Woelige tijden vragen om kritische en betrouwbare journalistiek, die je grondig informeert én ook inspireert. Je krijgt bij ons als eerste het nieuws, en we zeggen ook wat het betekent, zodat je begrijpt wat er op het spel staat. Ontdek de verhalen achter de feiten.
Woelige tijden vragen om kritische en betrouwbare journalistiek, die je grondig informeert én ook inspireert. Je krijgt bij ons als eerste het nieuws, en we zeggen ook wat het betekent, zodat je begrijpt wat er op het spel staat. Ontdek de verhalen achter de feiten.
Roken is vanaf 1 januari bijna volledig verboden op straat in Milaan
In Milaan is roken in de openbare ruimte vanaf 2025 alleen nog maar toegestaan op plekken waar je 10 meter afstand kunt houden tot anderen. De Noord-Italiaanse stad wordt daarmee de strengste van Europa.
“Vietato fumare”: vanaf 1 januari geldt in Milaan een quasi volledig rookverbod in de openbare ruimte. Roken is vanaf het nieuwe jaar alleen nog maar toegestaan op plekken waar de roker 10 meter afstand kan houden van andere mensen. Wie naar een afgelegen park zou willen trekken om er eentje op te steken, is eraan voor de moeite: in parken (en aan bushaltes, speelplaatsen en begraafplaatsen) is roken al verboden sinds 2021. Volgens de nieuwe regels mag er ook niet meer gerookt worden op terrassen van cafés en restaurants. Alleen elektronische sigaretten worden nog toegelaten in de publieke ruimte. Op overtredingen staan boetes tot 240 euro.
Geen enkele andere stad in Italië – en bij uitbreiding Europa – pakt rokers strenger aan. In veel andere steden geldt wel al een verbod in parken, speeltuinen en aan haltes van het openbaar vervoer. Turijn vraagt aan rokers om een “beleefdheidsafstand” van vijf meter tot anderen te respecteren. Die kan weliswaar vervallen na toestemming van de ander. Een verbod op roken op horecaterrassen is in Europa tot dusver alleen nog maar in Zweden ingevoerd. Naar schatting rookt ongeveer een vierde van de Italianen en sterven er jaarlijks tot 90.000 mensen aan de gevolgen van tabaksgerelateerde aandoeningen.
Fijnstofmaatregel
De Milanese autoriteiten kaderen de regel echter niet alleen als een persoonlijke gezondheidsmaatregel, maar ook in de strijd voor een betere luchtkwaliteit. In weinig andere West-Europese steden hangt zoveel fijnstof in de lucht als in Milan, dat met zijn 1,3 miljoen inwoners ingesloten ligt tussen de industrie en landbouw op de Povlakte. Sigarettenrook draagt er bij tot zeven procent van het fijnstof met een diameter tot 10 micrometer, het zogenaamde PM10. Dat percentage, waarnaar de stad verwees in zijn communicatie, bevat echter ook rook van andere ontstekers, zoals vuurwerk.
De Milanezen, die al van 2021 wisten dat het rookverbod er zat aan te komen, reageren eerder schouderophalend op de nieuwe regels. Alleen Marco Barbieri van de handelsvereniging Confcommercio laat van zich horen in de pers. Hij vreest dat de maatregel vooral negatief zal uitdraaien voor lokale handelaars doordat rokers zullen thuisblijven en uitbaters controleurs over de vloer zullen krijgen. “Laat ons hen niet opzadelen met een verantwoordelijkheid die ze niet hebben”, verzucht hij zich.
Voor de Italianen is het afkicken van een nationale verslaving. Roken werd er lange tijd gevierd in de populaire cultuur, zoals in de films van Federico Fellini en de westerns van Sergio Leone. In 1966 zong de populaire zangeres Mina nog in ‘Fumo blu’ dat een echte man riekt naar sigaretten. Recenter, in 2012, stuurde het modelabel DSquared2 modellen de catwalk op met een sigaret tussen de vingers. Drie jaar later lokte een voorstel voor een rookverbod op het witte doek nog protest uit van filmmakers als Paolo Sorrentino, bekend van onder meer La grande bellezza.
Woelige tijden vragen om kritische en betrouwbare journalistiek, die je grondig informeert én ook inspireert. Je krijgt bij ons als eerste het nieuws, en we zeggen ook wat het betekent, zodat je begrijpt wat er op het spel staat. Ontdek de verhalen achter de feiten.
I have few memories of being four—a fact I find disconcerting now that I’m the father of a four-year-old. My son and I have great times together; lately, we’ve been building Lego versions of familiar places (the coffee shop, the bathroom) and perfecting the “flipperoo,” a move in which I hold his hands while he somersaults backward from my shoulders to the ground. But how much of our joyous life will he remember? What I recall from when I was four are the red-painted nails of a mean babysitter; the brushed-silver stereo in my parents’ apartment; a particular orange-carpeted hallway; some houseplants in the sun; and a glimpse of my father’s face, perhaps smuggled into memory from a photograph. These disconnected images don’t knit together into a picture of a life. They also fail to illuminate any inner reality. I have no memories of my own feelings, thoughts, or personality; I’m told that I was a cheerful, talkative child given to long dinner-table speeches, but don’t remember being so. My son, who is happy and voluble, is so much fun to be around that I sometimes mourn, on his behalf, his future inability to remember himself.
If we could see our childish selves more clearly, we might have a better sense of the course and the character of our lives. Are we the same people at four that we will be at twenty-four, forty-four, or seventy-four? Or will we change substantially through time? Is the fix already in, or will our stories have surprising twists and turns? Some people feel that they’ve altered profoundly through the years, and to them the past seems like a foreign country, characterized by peculiar customs, values, and tastes. (Those boyfriends! That music! Those outfits!) But others have a strong sense of connection with their younger selves, and for them the past remains a home. My mother-in-law, who lives not far from her parents’ house in the same town where she grew up, insists that she is the same as she’s always been, and recalls with fresh indignation her sixth birthday, when she was promised a pony but didn’t get one. Her brother holds the opposite view: he looks back on several distinct epochs in his life, each with its own set of attitudes, circumstances, and friends. “I’ve walked through many doorways,” he’s told me. I feel this way, too, although most people who know me well say that I’ve been the same person forever.
Try to remember life as you lived it years ago, on a typical day in the fall. Back then, you cared deeply about certain things (a girlfriend? Depeche Mode?) but were oblivious of others (your political commitments? your children?). Certain key events—college? war? marriage? Alcoholics Anonymous?—hadn’t yet occurred. Does the self you remember feel like you, or like a stranger? Do you seem to be remembering yesterday, or reading a novel about a fictional character?
If you have the former feelings, you’re probably a continuer; if the latter, you’re probably a divider. You might prefer being one to the other, but find it hard to shift your perspective. In the poem “The Rainbow,” William Wordsworth wrote that “the Child is Father of the Man,” and this motto is often quoted as truth. But he couched the idea as an aspiration—“And I could wish my days to be / Bound each to each by natural piety”—as if to say that, though it would be nice if our childhoods and adulthoods were connected like the ends of a rainbow, the connection could be an illusion that depends on where we stand. One reason to go to a high-school reunion is to feel like one’s past self—old friendships resume, old in-jokes resurface, old crushes reignite. But the time travel ceases when you step out of the gym. It turns out that you’ve changed, after all.
On the other hand, some of us want to disconnect from our past selves; burdened by who we used to be or caged by who we are, we wish for multipart lives. In the voluminous autobiographical novel “My Struggle,” Karl Ove Knausgaard—a middle-aged man who hopes to be better today than he was as a young man—questions whether it even makes sense to use the same name over a lifetime. Looking at a photograph of himself as an infant, he wonders what that little person, with “arms and legs spread, and a face distorted into a scream,” really has to do with the forty-year-old father and writer he is now, or with “the gray, hunched geriatric who in forty years from now might be sitting dribbling and trembling in an old people’s home.” It might be better, he suggests, to adopt a series of names: “The fetus might be called Jens Ove, for example, and the infant Nils Ove . . . the ten- to twelve-year-old Geir Ove, the twelve- to seventeen-year-old Kurt Ove . . . the twenty-three- to thirty-two-year-old Tor Ove, the thirty-two- to forty-six-year-old Karl Ove—and so on.” In such a scheme, “the first name would represent the distinctiveness of the age range, the middle name would represent continuity, and the last, family affiliation.”
My son’s name is Peter. It unnerves me to think that he could someday become so different as to warrant a new name. But he learns and grows each day; how could he not be always becoming someone new? I have duelling aspirations for him: keep growing; keep being you. As for how he’ll see himself, who knows? The philosopher Galen Strawson believes that some people are simply more “episodic” than others; they’re fine living day to day, without regard to the broader plot arc. “I’m somewhere down towards the episodic end of this spectrum,” Strawson writes in an essay called “The Sense of the Self.” “I have no sense of my life as a narrative with form, and little interest in my own past.”
Perhaps Peter will grow up to be an episodic person who lives in the moment, unconcerned with whether his life forms a whole or a collection of parts. Even so, there will be no escaping the paradoxes of mutability, which have a way of weaving themselves into our lives. Thinking of some old shameful act of ours, we tell ourselves, “I’ve changed!” (But have we?) Bored with a friend who’s obsessed with what happened long ago, we say, “That was another life—you’re a different person now!” (But is she?) Living alongside our friends, spouses, parents, and children, we wonder if they’re the same people we’ve always known, or if they’ve lived through changes we, or they, struggle to see. Even as we work tirelessly to improve, we find that, wherever we go, there we are (in which case what’s the point?). And yet sometimes we recall our former selves with a sense of wonder, as if remembering a past life. Lives are long, and hard to see. What can we learn by asking if we’ve always been who we are?
The question of our continuity has an empirical side that can be answered scientifically. In the nineteen-seventies, while working at the University of Otago, in New Zealand, a psychologist named Phil Silva helped launch a study of a thousand and thirty-seven children; the subjects, all of whom lived in or around the city of Dunedin, were studied at age three, and again at five, seven, nine, eleven, thirteen, fifteen, eighteen, twenty-one, twenty-six, thirty-two, thirty-eight, and forty-five, by researchers who often interviewed not just the subjects but also their family and friends. In 2020, four psychologists associated with the Dunedin study—Jay Belsky, Avshalom Caspi, Terrie E. Moffitt, and Richie Poulton—summarized what’s been learned so far in a book called “The Origins of You: How Childhood Shapes Later Life.” It folds in results from a few related studies conducted in the United States and the United Kingdom, and so describes how about four thousand people have changed through the decades.
John Stuart Mill once wrote that a young person is like “a tree, which requires to grow and develop itself on all sides, according to the tendency of the inward forces which make it a living thing.” The image suggests a generalized spreading out and reaching up, which is bound to be affected by soil and climate, and might be aided by a little judicious pruning here and there. The authors of “The Origins of You” offer a more chaotic metaphor. Human beings, they suggest, are like storm systems. Each individual storm has its own particular set of traits and dynamics; meanwhile, its future depends on numerous elements of atmosphere and landscape. The fate of any given Harvey, Allison, Ike, or Katrina might be shaped, in part, by “air pressure in another locale,” and by “the time that the hurricane spends out at sea, picking up moisture, before making landfall.” Donald Trump, in 2014, told a biographer that he was the same person in his sixties that he’d been as a first grader. In his case, the researchers write, the idea isn’t so hard to believe. Storms, however, are shaped by the world and by other storms, and only an egomaniacal weather system believes in its absolute and unchanging individuality.
Efforts to understand human weather—to show, for example, that children who are abused bear the mark of that abuse as adults—are predictably inexact. One problem is that many studies of development are “retrospective” in nature: researchers start with how people are doing now, then look to the past to find out how they got that way. But many issues trouble such efforts. There’s the fallibility of memory: people often have difficulty recalling even basic facts about what they lived through decades earlier. (Many parents, for instance, can’t accurately remember whether a child was diagnosed as having A.D.H.D.; people even have trouble remembering whether their parents were mean or nice.) There’s also the problem of enrollment bias. A retrospective study of anxious adults might find that many of them grew up with divorced parents—but what about the many children of divorce who didn’t develop anxiety, and so were never enrolled in the study? It’s hard for a retrospective study to establish the true import of any single factor. The value of the Dunedin project, therefore, derives not just from its long duration but also from the fact that it is “prospective.” It began with a thousand random children, and only later identified changes as they emerged.
Working prospectively, the Dunedin researchers began by categorizing their three-year-olds. They met with the children for ninety minutes each, rating them on twenty-two aspects of personality—restlessness, impulsivity, willfulness, attentiveness, friendliness, communicativeness, and so on. They then used their results to identify five general types of children. Forty per cent of the kids were deemed “well-adjusted,” with the usual mixture of kid personality traits. Another quarter were found to be “confident”—more than usually comfortable with strangers and new situations. Fifteen per cent were “reserved,” or standoffish, at first. About one in ten turned out to be “inhibited”; the same proportion were identified as “undercontrolled.” The inhibited kids were notably shy and exceptionally slow to warm up; the undercontrolled ones were impulsive and ornery. These determinations of personality, arrived at after brief encounters and by strangers, would form the basis for a half century of further work.
By age eighteen, certain patterns were visible. Although the confident, reserved, and well-adjusted children continued to be that way, those categories were less distinct. In contrast, the kids who’d been categorized as inhibited or as undercontrolled had stayed truer to themselves. At age eighteen, the once inhibited kids remained a little apart, and were “significantly less forceful and decisive than all the other children.” The undercontrolled kids, meanwhile, “described themselves as danger seeking and impulsive,” and were “the least likely of all young adults to avoid harmful, exciting, and dangerous situations or to behave in reflective, cautious, careful, or planful ways.” Teen-agers in this last group tended to get angry more often, and to see themselves “as mistreated and victimized.”
Woelige tijden vragen om kritische en betrouwbare journalistiek, die je grondig informeert én ook inspireert. Je krijgt bij ons als eerste het nieuws, en we zeggen ook wat het betekent, zodat je begrijpt wat er op het spel staat. Ontdek de verhalen achter de feiten.
Wie in BV-land of Hollywood vertoeft, op de rode loper of in de wandelgangen, komt al eens op bezoek in deze rubriek.
Geen miljoenenfeestje voor Jeff Bezos
De rijkste man ter wereld is hij niet meer, sinds Elon Musk hem voorbijstak (en sinds zijn dure echtscheiding). Maar hij heeft nog geld genoeg om een feestje te bouwen. 600 miljoen dollar: zo veel geld zou Bezos ervoor overhebben om zijn bruiloft met Lauren Sanchez te vieren, stelde The Daily Mail. Het staat dit weekend te gebeuren in Aspen, en wel op de ranch van Kevin Costner, wist de krant.
Een andere miljardair, Bill Ackman, zette daar meteen vraagtekens bij in een bericht op X: zelfs als je voor elke persoon op de gastenlijst een huis koopt, kom je niet aan zo’n bedrag, schreef hij. Bezos reageerde daarop, door het hele verhaal als een verzinsel af te serveren: “Niets van dit alles zal gebeuren”, klonk het. “Leugens kunnen tegenwoordig de HELE wereld rond voor de waarheid zijn broek aan heeft.”
Wel een feestje voor Kat Kerkhofs
24 december is voor veel families een dag van gezellig samenzijn, maar voor Kat en Lynn Kerkhofs heeft de feestdag een wrange nasmaak. Dag op dag 20 jaar geleden verloren de zussen hun vader, Jokke, plots. “Hij stierf aan een hartaderbreuk”, vertelt Lynn. “We hebben nooit afscheid kunnen nemen.”
Kerkhofs was een van de bezielers van Marktrock Leuven, dat in 1982 ontstond maar in 2015 ermee ophield. Dat festival willen beide zussen nu nieuw leven inblazen. “Op 23 augustus 2025 komt Marktrock terug”, klonk het dinsdagmiddag tijdens hun bezoek aan De Warmste Week. “Papa hielp het evenement in 1982 opstarten en het leek ons een mooi eerbetoon.”
Het stadsbestuur van Leuven, dat destijds de stekker uit Marktrock trok om het zomerprogramma Het Groot Verlof verder uit te bouwen, ondersteunt het evenement. Het zal worden ingekapseld in de bestaande zomeractiviteiten.
Geen nieuw proces voor Alec Baldwin
De kerstman kwam twee dagen te vroeg voor Alec Baldwin: maandag maakte de openbare aanklager in New Mexico bekend dat er definitief een punt wordt gezet achter de gerechtelijke procedure over het schietincident op de set van de film Rust in 2021. De rechter had de aanklacht wegens onvrijwillige doodslag tegen Baldwin in juli afgevoerd omdat de politie en de aanklagers bewijsmateriaal verborgen hadden voor de verdediging. De openbare aanklager had aangekondigd in beroep te gaan tegen die uitspraak, maar doet dat nu toch niet.
Het is niet alleen goed voor de concentratie tijdens de lesuren dat de smartphone op school verboden wordt. Zes tot acht uur zonder sociale media kan jonge hersenen ook na schooltijd helpen afkicken van een overdosis prikkels.
“A tool of mass distraction”, zo omschrijft de Amerikaanse sociaal psycholoog Jonathan Haidt de smartphone in zijn bestseller Generatie angststoornis. Wat sociale media met onze kinderen doen. Hij schreef het boek na de vaststelling dat het mentale welzijn van jongeren na decennia van gestage vooruitgang rond de periode 2012-2013 plots weer razendsnel bergaf ging. Volgens Haidt viel die opstoot van mentale problemen niet toevallig samen met de doorbraak van sociale media. Die zuigen alle aandacht van jongeren naar een virtuele wereld die hun kwetsbaarheden versterkt, in plaats van hen te wapenen voor het echte leven. “We overbeschermen onze kinderen in de echte wereld, we onderbeschermen ze in de virtuele wereld”, aldus Haidt over de opvoedingsparadox waar zoveel ouders mee worstelen.
Door het boek van Haidt kantelde het denken over smartphones en sociale media, omdat er ook steeds meer wetenschappelijke evidentie opduikt dat er wel degelijk een causaal verband is tussen smartphonegebruik en de breinontwikkeling van jongeren. Tussen twaalf en achttien jaar ontwikkelt zich de prefrontale cortex, het deel van de hersenen dat aan impulscontrole doet, aldus Lieven De Marez, professor media aan de UGent. “Die bepaalt hoe aandachtig we kunnen zijn en of we ons diep kunnen focussen. Nu leren we kinderen vanaf twaalf jaar om als een hond van Pavlov elk bericht meteen te beantwoorden. Dat gedrag raken ze niet meer kwijt, waardoor ze continu zijn afgeleid.” The great rewiring noemt Haidt dat; smartphones zorgen voor een andere bedrading in de hersenen.
Het is dan ook een verademing dat een minister duidelijkheid verschaft: geen smartphones op school. Niet in de klas, niet in de gang, niet op de speelplaats. Een school is een plaats om te leren: kennis, maatschappijleer, sociale vaardigheden, mediawijsheid ook, of het verstandig leren omgaan met de digitale informatiestroom – daarvoor kan de smartphone uiteraard wel. Maar leren vraagt concentratie, en dat lukt niet als de aandacht constant wordt afgeleid door een vloed aan notificaties op de smartphone, of als Tiktok aantrekkelijker is dan een partijtje basket. Er staan ook geen televisietoestellen in de schoolgangen of op de speelplaats.
Nederland ging België voor in een verbod op smartphones op school, dat op 1 januari 2024 ingang. Daar waren de argumenten dezelfde: meer en meer wetenschappelijk evidentie dat leerprestaties lijden onder gebruik van mobiele telefoons, door verminderde concentratie. Bij een eerste evaluatie aan het einde van dat schooljaar bleken leerlingen merkelijk socialer en geconcentreerder te zijn.
Uiteraard is er ook kritiek op de voortvarendheid van minister Zuhal Demir (N-VA). Dat het een symboolmaatregel zou zijn, dat de onderwijskoepels gepasseerd zijn, of dat scholen in hun autonomie gefnuikt worden. Laat dit maar voer zijn voor discussie op sociale media. Maar wel na de schooluren.
Een op de drie Vlaamse gezinnen kan straks een bon van 250 euro aanvragen om een nieuwe, energiezuinige koelkast, wasmachine, droogkast of diepvriezer te kopen. De bon is gekoppeld aan het loon, maar niet aan het vermogen.
Kersttijd is cadeautjestijd moet ook de Vlaamse regering gedacht hebben. Eind november zette ze al het licht op groen voor de kortingsbonnen. Het was Zuhal Demir (N-VA), de voorgangster van minister van Energie Melissa Depraetere (Vooruit), die het systeem op poten zette, maar dat wordt nu flink uitgebreid. De bonnen zijn vandaag bestemd voor mensen die een sociaal energietarief genieten.
Wie wil gebruikmaken van het systeem moet een energiezuinig model kopen. Label D of beter voor een koelkast en diepvriezer, minstens label C voor een wasmachine en A++ voor een droogkast. Vorig jaar gingen 20.312 kortingsbonnen de deur uit, wat een energiebesparing van zo’n 2 miljoen kilowattuur zou hebben opgeleverd. Dat staat gelijk aan het jaarverbruik van ongeveer 600 gezinnen.
Dubbele winst
Vanaf 1 januari wordt het systeem gekoppeld aan het inkomen. Daardoor zal voortaan een op de drie gezinnen recht hebben op de korting. Voor alleenstaanden gaat het bijvoorbeeld om iedereen met een bruto jaarinkomen van minder dan 24.230 euro. Voor koppels is dat 36.340 euro. Die bedragen liggen nog hoger voor wie personen ten laste heeft. Die gezinnen kunnen straks dus maximaal vier bonnen van 250 euro krijgen, een voor elk van de vier toestellen.
De groep die erbij komt, valt samen met de mensen die tijdens de energiecrisis – naast de traditionele groep van rechthebbenden – tijdelijk ook een sociaal energietarief kregen. Op Belgisch niveau ging het over 400.000 gezinnen. Maar toen de energieprijzen weer naar een normaal niveau daalden, verloren ze dat sociaal tarief ook weer.
Minister Depraetere heeft het over winst voor het klimaat en dubbele winst voor de koopkracht. “Een nieuwe wasmachine of koelkast neemt een grote hap uit het budget. Met deze kortingsbon maken we die vaak onvoorziene kosten een stuk betaalbaarder. Bovendien verlaagt een energiezuinig toestel ook nog eens je verbruik en dus ook je factuur.”
Oneigenlijk gebruik
De bonnen worden voorlopig alleen gelinkt aan het loon. De bedoeling is dat die in de toekomst gekoppeld worden aan het vermogen en dat hetzelfde gebeurt met alle Vlaamse voordelen: de renovatiepremie, studiebeurzen, kortingen in de kinderopvang … Maar daarover is de voorbije weken binnen de Vlaamse regering wel flink gebakkeleid.
Ook werknemers in maatwerkbedrijven krijgen duwtje in de rug
Er komt een eenmalige koopkrachtversterking voor alle werknemers binnen de maatwerkbedrijven. Dat heeft Vlaams minister van Sociale Economie Hilde Crevits (CD&V) aangekondigd. Het gaat om een investering van 4,5 miljoen euro. “De maatwerksector is essentieel voor een inclusieve arbeidsmarkt. Deze koopkrachtversterking is dan ook meer dan een financiële steunmaatregel en een duwtje in de rug”, zegt Crevits.
De sociale partners binnen de sector zullen de verdere praktische invulling van de maatregel vastleggen in een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst die bindend wordt voor alle maatwerkbedrijven. In de meeste gevallen zal het gaan om de toekenning van een extra ecocheque voor een bedrag van maximaal 250 euro op jaarbasis en dat twee jaar lang (2025 en 2026). (blg)
Vooruit wil vooral dat het gedaan is met oneigenlijk gebruik van Vlaamse voordelen. De socialisten doelen dan op eigenaars van managementvennootschappen die zichzelf een laag loon uitkeren en daardoor ook Vlaamse premies opstrijken. De partij wil dus naar meer dan alleen maar het loon kijken. Ook het vermogen of inkomen uit vermogen moet in rekening worden gebracht, klinkt het. Maar coalitiepartner N-VA ziet een vermogenstoets niet zitten. Alles wat naar het woord vermogen ruikt, ligt moeilijk bij de Vlaams-nationalisten.
Woelige tijden vragen om kritische en betrouwbare journalistiek, die je grondig informeert én ook inspireert. Je krijgt bij ons als eerste het nieuws, en we zeggen ook wat het betekent, zodat je begrijpt wat er op het spel staat. Ontdek de verhalen achter de feiten.
Ibrahim Maalouf laat zich leiden door verwondering. Hij staat bekend om Midden-Oosterse invloeden in jazz te vermengen met behulp van zijn unieke trompet met vier ventielen, maar hij volgt steeds zijn nieuwsgierigheid naar nieuwe samenwerkingen en genres. Nadat hij aan het experimenteren ging met latin, hiphop en zelfs kerstklassiekers, was het nu de beurt aan elektronische muziek onder de naam ‘The Ibrahim Maalouf Electronic Experience’. De Franse muzikant van Libanese afkomst kreeg in Parijs een arena gevuld met zo’n twintigduizend fans, dus het tienmaal kleinere De Roma zat snel aan zijn maximumcapaciteit. Nochtans was het op voorhand mysterieus waar de avond naartoe zou gaan, want buiten een flitsende trailer voor de liveshows had Maalouf nog niets over dit project gelost. Gelukkig hoort bij zo’n muzikant een al even avontuurlijk publiek.
The Ibrahim Maalouf Electronic Experience moest werkelijk een bijzondere ervaring worden, vertelde de trompettist bij aanvang. Net daarvoor kwam hij het podium op met zijn trompet in de lucht, geflankeerd door François Delporte, zijn compagnon de route sinds vijftien jaar. Maalouf begreep onder het begrip ‘ervaring’ dat ook het publiek actief zou deelnemen aan het gebeuren. Nog voor hij zelf de trompet aan zijn lippen had gezet, moedigde hij de hele zaal aan om in koor “Ya Ha La” te zingen. Met de Arabische uitspraak hoefden we niet in te zitten, voegde hij er met een knipoog aan toe. Op trompet verwelkomde hij ons vervolgens met de snel afgewisselde kwarttonen die alleen hij uit zijn instrument kan krijgen. Zo bevestigde hij eerst even waar hij om bekendstaat, voor hij aan zijn uitstap richting elektronische muziek begon.
‘Hoe ouder ik word, hoe jonger mijn muziek wordt’, gaf Ibrahim Maalouf toe. Om deze verjongingskuur kracht bij te zetten, vergezelden hem twee twintigers op het podium: saxofonist Mihai Pîrvan en producer nu_tone. Die laatste scheen van mening te zijn dat de bas diep genoeg moest zijn om hem in ons lijf te voelen daveren. Daar voegde hij nog een schelle stem en een ritme op de drumpad bij om als voedingsbodem te dienen voor de drie andere muzikanten. Na de rustige start met “Ya Ha La” voelde deze elektronische invulling niet meteen als een passend geheel. De beats in het volgende nummer “Not Granted” hoorden eerder onder een geforceerd hippe bedrijfsvideo, hoewel die indruk mogelijks werd gewekt door de afgrijselijke AI-gegenereerde projecties die te veel de aandacht trokken. Ibrahim Maalouf deed op dat moment gelukkig wel veel leuks door zijn trompet een popmelodie te laten zingen.
Misschien was het gewenning, misschien waren het de herkenbare salsaklanken; in elk geval zat vanaf “Cuba” de balans beter. De opbouw van de set hield de energie vast, waarbij elk nieuw nummer een logisch vervolg was op het vorige. De elektronische begeleiding werkte vaak het beste als die vrij onopvallend bleef, hoewel de meer kitscherige hiphopnummers “Money” en “The Pope” evengoed hun doel raakten. Tussen alle dansmuziek door was er ook plaats voor weemoed. Met alleen wat gitaargetokkel als leidraad vertolkte Ibrahim Maalouf op “Beirut” zijn hartzeer zo overtuigend dat hij amper nog de kracht had om te blazen. Dat bleek slechts schijn, want na een luide uithaal viel de hele groep in voor een te bombastisch slot. Voor de slechte verstaanders barstte tegelijkertijd een onweer los op het scherm.
Maalouf verdiende zijn plaats als het centrum van de show, maar toch zette hij liever zijn protegé Mihai Pîrvan in de schijnwerpers. Bij solo’s jutte hij hem met handgebaren verder op, waarbij duidelijk werd dat ook Pîrvan stijlen creatief vermengde. Het had voor de jonge muzikant al een triomf op zich geweest om niet te verbleken naast de charismatische trompettist. Maaloufs band met gitarist François Delporte gaat dan weer zo diep dat die zelfs zijn getuige was bij zijn huwelijk. In dit concert nam die daarentegen een overwegend bescheiden rol in.
Ibrahim Maalouf praatte op zo’n joviale, ontspannen manier met het publiek dat het leek alsof hij zich tot elk van ons richtte. Op de voorste rijen kreeg hij dan ook vlot reactie en in de hele zaal werd er op zijn vraag telkens uit volle borst gezongen. Hoewel we zelf de echte clubsfeer elders in Antwerpen zouden zoeken, was het geweldig om op het balkon mensen van pensioengerechtigde leeftijd uit de bol te zien gaan. Ook voor het bisnummer “Au revoir” spoorde Malouf de toeschouwers nog een laatste keer aan om de melodie te neuriën. Maalouf wou zo graag dat dit laatste moment de hele ervaring bezegelde, maar ironisch genoeg spon hij net daardoor dit afscheid tot vervelens toe uit.
Na deze avond voelt het alsof we Ibrahim Maalouf persoonlijk hebben ontmoet. Dankzij zijn levenslange experimenteerdrang kan hij de regels van elk genre buigen om zijn trompet erin te doen schitteren. Toch was deze verbinding met elektronische muziek enkele keren als spaghetti naar de muur gooien en kijken wat blijft plakken (wat trouwens interessanter had geweest om naar te kijken dan de AI-beelden die de songtitels te letterlijk weergaven). Het klinkt als een hard verwijt, maar dat is het niet: het is net bewonderenswaardig dat Maalouf zich telkens opnieuw als beginner durft te positioneren en bovendien andere muzikanten op de voorgrond schuift. Zo onderscheidt een grootmoedige kunstenaar zich.
Op 13 april 2025 presenteert Ibrahim Maalouf in AB alweer een ander project, Trumpets of Michel-Ange, waarvoor nog een paar kaartjes te koop zijn.
Setlist:
Ya Ha La
(Intro Sisisi M)
Not Granted
Cuba
Stop N Play
(Ibe x Romera)
Jenesia
Far Away
Beirut
Money
The Pope
Feeling Good
India
Red and Black Light
Put Your Hands Up
Yoyoyo
Viseer de speedpedelecrijder niet, schrijft Vincent De Wilde. Het echte probleem is de gebrekkige verkeersinfrastructuur.
Speedpedelecrijders zijn werkende pendelaars, meestal ouders, gewone mensen die zijn overgestapt naar die fiets uit overwegingen over klimaat, kostprijs, gezondheid en reistijd. Vooral die kortere reistijd maakt het verschil met een gewone fiets. Plotseling wordt pendelen met de fiets een optie. Inclusieve Belgische wetgeving, fietsvergoedingen, leasing en fietssnelwegen vergemakkelijken de overstap. In minder dan vijf jaar tijd verdwenen zo 50.000 auto’s uit de spits en werd Vlaanderen dé groeipool voor snelle fietsen. Er ontstond een nieuwe industrie, met merken van eigen bodem. Cruciaal om die evolutie verder te koesteren: haalbaar kunnen pendelen en veiligheid, zowel op fietssnelwegen als bij ander typisch fietsgebruik. Denk aan kinderen begeleiden naar school alvorens sneller te schakelen richting werk.
Tot hun frustratie worden die weldenkende mensen afgeschilderd als onbesuisde wegpiraten. Het klopt dat er elk jaar veel nieuwe speedpedelecfietsers bijkomen. Net zoals bij leerling-autobestuurders laat het gebrek aan ervaring zich soms zien. Geef dat tijd. En rotte appels? Ja, die zijn er ook, zoals bij elk ander vervoermiddel. Daar kun je geen beleid op baseren. Door populisme gedreven instanties laten de spierballen rollen en doen uitspraken die mensen twee keer doen nadenken voor ze kiezen voor de betere vervoersoptie.
Ergernis alom
Speedpedelecfietsers zijn geen ‘doodrijders’. Ze dragen nauwelijks bij tot aanrijdingen tussen zwakke weggebruikers onderling. Het overgrote deel van de ongevallen is het gevolg van aanrijdingen door zwaar verkeer en valpartijen zonder tweede partij. Met hun hogere kruissnelheid voelen ze zich nog kwetsbaarder dan andere fietsers. Daardoor zullen ze hoe langer hoe defensiever rijden. Bovendien zijn de fietsen erg veilig, met schijfremmen en goede verlichting.
Vanwaar de vijandigheid? Ik zie vier oorzaken. Vooreerst zijn er meer fietsers dan vroeger. Tien jaar geleden waren bakfietsouders, senioren op e-bikes en pendelaars op speedpedelecs zeldzaam, vandaag zie je ze overal. Ergernis alom: brede bakfietsen die je niet kunt inhalen, kinderen achter op de fiets, onaangenaam snel ingehaald worden door wielertoeristen, ligfietsers, velomobielen en speedpedelecs. Die laatste groep vormt een makkelijk doelwit. Het is het enige type fiets die in de wegcode onder een andere categorie valt en waarvoor een aangepaste behandeling mogelijk is. Dat een speedpedelec geen ‘brommer’ is, maar een uitbreiding van een conventionele fiets, wordt gemakshalve genegeerd.
Meer fietsers, dat vraagt om meer openbare ruimte voor die fietsers. Infrastructuuraanpassingen vragen tijd en geld. Ze hinken achter de evolutie van de vervoersvormen aan. ‘Fietsregisseurs’ doen hun best, maar hebben te weinig middelen. Fietssnelwegen zijn nog niet volgroeid en maken gebruik van al bestaande, schaarse openbare ruimte.
Als een fietspad te druk wordt, moet je meer ruimte voorzien voor die fietsers. Dat kan alleen ten koste van de infrastructuur voor auto’s, maar daartoe ontbreekt de politieke wil. De Antwerpse aanpak illustreert dat. Iedereen heeft een auto en wil vlot kunnen rijden en parkeren. Parkeerplaatsen inruilen voor bredere fietspaden, of rijbanen inrichten als fietsstraten, dat ligt allemaal politiek gevoeliger dan repressief optreden tegen een kleinere groep speedpedelecfietsers of blauwe bordjes ‘25’ plaatsen, zoals Antwerpen wil doen. Daarmee pak je het echte probleem niet aan: er is te weinig plaats voor fietsers.
Geen fiets, maar een indringer
Een speedpedelec is voor de meeste mensen nog iets vreemds. Je kunt alleen houden van dingen die je kent. Mensen die ermee pendelen zijn enthousiast. Het gebeurt niet vaak dat een product zo ingrijpend de levenskwaliteit verbetert. Mensen die er geen ervaring mee hebben, fixeren op het kentekenplaatje en beschouwen de speedpedelec niet als een fiets, maar als een ‘indringer’.
Hoe moeten we omgaan met dat spanningsveld? In de eerste plaats moeten we wat toleranter en hoffelijker leren zijn. Geef alle fietsers ruimte op alle fietsinfrastructuur en verval niet in wederzijdse verwijten. Hou mensen verantwoordelijk voor hun rijgedrag en niet voor het type fiets waarop ze zitten. Haal de rotte appels uit de mand, maar gooi de mand niet weg. Blijf investeren in fietsinfrastructuur en wees geduldig. Doe slimme aanpassingen aan de wet, zodat wegbeheerders het maatwerk kunnen leveren waar ze om vragen.
Het ene fietspad is het andere niet. Leg fietssnelwegen aan die de naam waardig zijn, zodat snelle fietsers niet de mazen in willen duiken voor doorgaand verkeer. Gebruik de zone 30 slim. Vandaag moeten snelle fietsers zich houden aan een snelheidsbeperking van 30 kilometer per uur op kaarsrechte, landelijke wegen zonder conflictrisico. Dat verlaagt de gevoeligheid voor zones 30 waar dat snelheidsregime wél nodig is.
Maar vooral: stop met modder te gooien. Alleen dan kunnen we dromen van een toekomst waarin 30 procent van de verplaatsingen per fiets gebeurt.
In Homs komen Syrische vrouwen op straat voor hun rechten. Nu ze van Assad af zijn, laten ze niemand toe hen de les te spellen. “Het is te vroeg om niet optimistisch te zijn”
Woensdagavond, het Kuwatliplein in Homs. Aya Zayn (26) heeft nooit eerder betoogd. Nu staat ze met een groep van een twintigtal vrouwenactivisten tussen duizenden feestvierende mensen. Ze was nerveus om hier te staan, geeft ze toe. “De meeste mensen in mijn familie zijn door Assad vermoord of op de vlucht gejaagd”, zegt ze. “Onder Assad konden we niet betogen, maar op dit moment van bevrijding moeten we opkomen voor onze rechten als vrouw. Zodat het de goede kant uitgaat.”
Ze protesteert naar aanleiding van de uitspraken van Obaida Alarnaoot, de woordvoerder van Hayat Tahrir al-Sham (HTS). Die verkondigde dat vrouwen niet “psychologisch geschikt” zijn voor bepaalde rollen, zoals die van minister van Defensie of soldaat. “Hij zei dat vrouwen zich het best beperken tot lesgeven of zorgtaken”, zegt Zayn. Vlakbij schiet een HTS-soldaat zijn wapen leeg naar de avondlucht. Zayn laat zich niet afleiden door de luide knallen. “Ik deed een oproep om te protesteren op Instagram. Veel mensen reageerden.” Ze wijst op anderen rond haar. “De meesten hier ken ik niet.”
Het is een kleine, maar bonte mix actievoerders. Een groepje jonge mannen met blozende gezichten houdt slogans vast met een knipoog naar de Iraanse revolutie. “Syrische vrouwen, revolutie, vrijheid.” Een meisje met blonde krullen en een neuspiercing wil zelf haar lot kunnen bepalen. “De Syrische vrouw: activist, rechter, arbeider, dokter, intellectueel, politiek analist, wie ze maar wil zijn”, staat op haar papiertje. Een vrouw met een boerka wijst voorbijgangers speels op de eerste vrouw die belangrijk was in hun leven. “Wat doet je moeder? Is zij geen rolmodel?”
Geen tweede Afghanistan
Tijdens het interview met Zayn komen nogal wat mannen fronsend luistervinken. De betogers wekken evenveel nieuwsgierigheid als spot. “Sommige voorbijgangers zeggen: vrouwenrechten? Hebben mannen dan geen rechten?” Zayn lacht. “Anderen vragen of we dan willen dat vrouwen vechten. Daarop zeg ik: waarom niet? Veel vrouwen hebben gevochten in de revolutie. Ook vanuit islamitisch perspectief hebben vrouwen rechten. Hadija, de vrouw van Profeet Mohammed had eigen bedrijven waarmee ze hem hielp.” Zayn is soennitisch moslim. “Ik begrijp dat velen islam als het antwoord op Assad zien, omdat hij zoveel moslims onderdrukt heeft. Ik denk alleen dat we ook de toekomst van vrouwen in Syrië moeten garanderen.”
Vooral in het Westen wordt druk gespeculeerd over de rechten van vrouwen in het nieuwe Syrië. HTS en andere rebellengroepen die de macht overnamen, hebben conservatieve en islamistische overtuigingen. Maar Syrië is Afghanistan niet. De samenleving is hoger opgeleid en heeft een lange culturele traditie van vrouwelijke leiders. En HTS lijkt dat te beseffen, ondanks haar worsteling met het thema. “Mijn uitspraken werden uit de context gehaald”, zegt Alarnaoot in een interview met De Standaard en NRC. “Vrouwen mogen wel minister worden in de regering.”
Bij BBC bevestigde HTS-medewerker Ahmad Dalati dat vrouwen het recht zullen hebben om hogere posities in te vullen in de regering. Dat is volgens Dalati “niet onderhandelbaar”. Zayn en de andere vrouwenactivisten beschouwen het als een overwinning. Na haar protestactie kreeg Zayn een aantal intimiderende berichten van mensen op Instagram. Een extremistische islamist belde haar zelfs op om haar uit te schelden. “Lol”, schrijft ze op Whatsapp. “Ik weet dat vrouwenhaat niet zal resoneren bij de Syrische bevolking.”
Alle vrouwen die we spreken in Homs en Damascus geven de transitieregering het voordeel van de twijfel. In een interview met BBC bevestigt HTS-leider Mohammed Al-Golani dat hij van Syrië geen tweede Afghanistan wil maken. “De landen zijn erg verschillend, met andere tradities. Afghanistan is een tribale samenleving. In Syrië heerst een heel andere mindset.” De Syrische vrouwen vormen de grote meerderheid van de bevolking, nadat miljoenen mannen waren gevlucht voor de verplichte legerdienst. Zij werden net zo goed gebombardeerd, opgesloten en gemarteld door Assad als de mannen. En zij verloren net zo goed hun geliefden.
‘Fucked up’
Fucked-up generatie
Dinsdag, de middag voor de betoging. In een koffiehuisje in het centrum van Homs zitten jongeren druk te babbelen. In de rokerige ruimte zitten vooral vrouwen, met en zonder hoofddoek. Daiana Alrajab (32), Azza (34) en Farah Konakji (30) – twee zussen – en een vierde vrouw die niet met haar naam in de krant wil, lurken aan een waterpijp. Geen van hen is getrouwd. “Omdat er niet genoeg mannen over zijn in Syrië”, zeggen ze. “Vroeger kwam ik niet buiten, ik wilde de vernietiging die Assad had aangebracht aan de stad niet zien. Sinds de bevrijding kom ik weer buiten. We zijn volkomen overweldigd. We knijpen elkaar nog altijd in de arm”, zegt Azza. “Het is alsof je verhuist van een oud huis naar een nieuw, natuurlijk is het een chaos en is er veel poetswerk, maar we kijken ernaar uit.”
De vrouwen zijn welgestelde Syriërs, ze laten hun lange haar onbedekt en zijn al jaren fervente tegenstanders van het Assad-regime. Azza, die voor de Verenigde Naties werkt, zat drie keer in de gevangenis. De laatste keer zat ze drie maanden vast en werd ze beschuldigd van terrorisme, vanwege kritische Facebook-berichten. Haar zus Farah is een influencer met 200.000 volgers op Instagram, die grappige filmpjes maakt over haar grofgebekte Arabische moeder en haar bezoekjes aan Parijs. Alrajab werkt voor de Syrische Rode Halvemaan. Haar vader runde een ziekenhuis dat in 2011 werd gebombardeerd omdat er rebellen verzorgd werden. “Het ziekenhuis had machines voor kankerbehandeling die uniek waren in het Midden-Oosten. Iedereen is bang voor verandering, maar niets kan erger zijn dan Assad.”
De vrouwen werden de voorbije week al aangesproken door rebellen met de vraag om hun haar te bedekken. “We zeiden dat we dat niet zouden doen en dat het niet hoeft van de nieuwe regering. Toen dropen ze af”, zegt de vierde vrouw. “Sommige rebellen hebben dertien jaar opgesloten gezeten in een conservatieve mannenwereld. Natuurlijk is het overweldigend om plots verschillende soorten vrouwen te zien”, zegt Azza. Ze spreekt van een episch moment en wil net als haar vriendinnen de bevrijdingsdatum van 8 december laten tatoeëren. “We dachten lang dat wij de fucked up generatie waren, de helft van ons leven was oorlog. Nu zien we dat we de gezegende generatie zijn. Al sinds de jaren 70 en 80 wachten ze op dit moment, wij zijn de generatie die de bevrijding meemaakt.”
Vrouwen achteraan
De vrouwen hebben opnieuw met elkaar afgesproken op de dag van de viering. De energie op het Kuwatliplein in Homs is anders dan bij het vrijdaggebed in Damascus. Homs staat bekend als de hoofdstad van de revolutie. Van 2011 tot 2014 werd er intensief gevochten van straat tot straat. Hele woonwijken werden met de grond gelijkgemaakt. Assad dropte hier duizenden illegale vatenbommen die uiteenspatten in duizend stukjes en mensen levenslang verminkten. Toch bleef de stad rebels. Je ziet het aan de revolutievlaggen overal, die niet net uit de printer gerold zijn, maar jarenlang onder plinten en matrassen gekoesterd en verstopt werden. “Dit is Homs, zegen zijn helden”, schreeuwt de menigte op het plein in koor. “Syrië is vrij!”
Farah, Alrajab en de vierde vriendin kijken naar groen en rood vuurwerk vanaf de eerste verdieping van een koffiebar aan het plein. Azza staat ergens op het plein en is mee aan het protesteren voor vrouwenrechten. De vierde vriendin wijst naar de kleurschakering op het plein. Aan het podium vooraan is de massa zwart: dat zijn de donkere haren van de mannen. Daarachter zie je een witte band: dat zijn de vrouwen, netjes gescheiden van de mannen. Onder het raam van het café, is het een kleurrijke mix: dat zijn de families. “Ik had het graag anders gezien, maar het is veel beter dan vroeger. Onder Assad kwamen we een paar minuten betogen, tot iemand signaleerde dat de veiligheidsdiensten er waren. Dan renden we allemaal weg.”
Azza en Farah’s moeder, Samah Fares, over wie Farah virale filmpjes maakt op Instagram, is er ook bij. “Bonjour, bonjour”, zegt ze met twinkelende blik. “HTS heeft gezegd dat vrouwen geen minister van Defensie kunnen zijn. Wat een gebrek aan verbeelding. En wie zegt dat we dat willen? Vrouwen kunnen veel meer dan dat. Nu het regime gevallen is, zijn we nergens bang voor. We waren overal bang voor, nu zijn we nergens bang voor.” Ze trekt aan onze mouw. “Kom, ik breng je naar het protest. We gaan Azza zoeken.” De kleine vrouw raast door de menigte en duwt zonder schroom verbaasde rebellen en ballonnenverkopers opzij. “Het klopt, Al-Golani was vroeger bij Al-Qaeda, maar nu praat hij verstandig. Ik denk dat hij weet waar hij mee bezig is. En wat een knappe man! Ik zou mijn man in een minuut verlaten.”
We komen aan bij Azza en de rest van de betogers. Moeder Fares houdt haar eigen papier omhoog: “Ga je aan je moeder vertellen dat ze niet de baas mag spelen?” Azza draagt een rode keffiyeh rond haar hals, haar haren los en donkerrode lippenstift. Ze staat naast de vrouw in boerka. Op Azza’s bord staat: “Een vrouw is duizend mannen waard.” Ze stoort zich aan speculaties over een taliban 2.0, met name in westerse media, die op weinig kennis van zaken gebaseerd zijn. “De grond van Syrië is niet geschikt voor bepaalde zaadjes”, zegt Azza. “Misschien zal er geprobeerd worden hier en daar wat te planten, maar de boom van de fundamentalistische islam zal hier niet groeien.” Wie Assad niet heeft meegemaakt, heeft geen recht om Syrische vrouwen naïef te noemen, zegt ze. “Gun ons een moment van hoop, het is veel te vroeg om niet optimistisch te zijn.”
Op citytrip en geen idee welk museum te bezoeken? De cultuurredactie bundelt elke week de beste expo’s van het moment.
Unravel
Kunstenaars herontdekken textiel om persoonlijke en maatschappelijke verhalen te vertellen. Stedelijk Museum, Amsterdam, tot 5/1
Miriam Cahn
De Zwitserse kunstenares wekt met haar krachtige tekenstijl grote emoties op.Stedelijk Museum, Amsterdam, tot 26/1
Viviane Sassen
De Nederlandse kunstenares Viviane Sassen kreeg snel wereldwijde erkenning in de wereld van mode en fotografie. Dit overzicht brengt dertig jaar aan werk bijeen: foto’s, collages, beschilderde prints en videokunst.Foam, Amsterdam, tot 12/1
Maarten van Heemskerck
Eerste overzicht van de belangrijkste Noord-Nederlandse schilder uit de zestiende eeuw.Frans Hals Museum Haarlem, Stedelijk Museum Alkmaar en Teylers Museum Haarlem, tot 19/1
Chris Killip
Toen Chris Killip in 2020 overleed, gold hij als een van de belangrijkste naoorlogse fotografen van Engeland. Dit overzicht toont zijn documentaire aanpak op zijn best.Fotomuseum, Den Haag, tot 5/1
Dirk Braeckman - Léon Spilliaert
De Gentse fotograaf en de Oostendse sombermans, beiden nachtraven, worden in deze tentoonstelling aan elkaar gelinkt.Kunstmuseum, Den Haag, tot 12/1
Grand dessert
De geschiedenis van het toetje. Kunstmuseum, Den Haag, tot 13/4
A confrontation at the zoo
Michaël Borremans duikt in zijn geschilderde oeuvre van de voorbije twintig jaar en presenteert een ruime bloemlezing. Voorlinden, Wassenaar, tot 23/5
Rosa Bonheur
In de negentiende eeuw was Rosa Bonheur een internationale beroemdheid, met haar - voor die tijd - moderne kijk op dieren.Mesdag Collectie, Den Haag, tot 19/1
Beatriz González
De artistieke sleutelfiguur van Colombia schakelde figuren en gebaren in als dragers van emotie.De Pont, Tilburg, tot 9/3
Design voor de planeet
Hoe ontwerpers ervan dromen om de wereld naar hun hand te zetten: het verhaal van de geo-engineering.Design Museum, Den Bosch, tot 12/1
BredaPhoto Festival
BredaPhoto toont op tien locaties werk van meer dan vijftig fotografen. Het overkoepelende thema: de reis.Breda, diverse locaties, tot 4/1
Slaap
Diepe duik in de slaapcyclus met werk van zestig kunstenaars, onder wie Goya, René Magritte en Andy Warhol.Kunsthal Kade, Amersfoort, tot 5/1
Malgorzata Mirga-Tas
Met haar verhalende wandkleden stond ze al op de Biënnale van Venetië en Documenta. De Poolse Małgorzata Mirga-Tas schakelt kunst in om de eigen identiteit van Roma te tonen. Bonnefanten, Maastricht, tot 16/2
Diva
Van Maria Callas tot Billie Eilish: een ode aan de diva in ruim zestig outfits. Kunsthal, Rotterdam, tot 2/3
Susanna. Seksisme van de middeleeuwen tot MeToo
De Bijbelse Susanna, in bad begluurd door ouderlingen, was voor veel kunstenaars een muze én een alibi om naakt te schilderen. Museum Gouda, tot 23/3
Lievelingen
Honderd werken van favoriete kunstenaars uit de eigen verzameling.Depot Boijmans Van Beuningen, Rotterdam, tot 23/3
L’âge atomique
Wat als de bom valt? Kunstenaars verbeelden de dreiging en de vernietiging. Musée d’art moderne de Paris, Parijs, tot 8/2
Chiharu Shiota
Bij wijze van avant-premère voor de heropening, in juni 2025, palmt Chiharu Shiota het Grand Palais in met haar poëtische installatiekunst. Grand Palais, Parijs, tot 19/3
Surréalisme
Het verhaal van het surrealisme, honderd jaar na zijn geboorte, vormgegeven als een labyrint.Centre Pompidou, Parijs, tot 13/1
Nadia Léger
Het Musée Maillol haalt Nadia Léger uit de schaduw van haar veel beroemdere echtgenoot.Musée Maillol, Parijs, tot 23/3
Zombis
Musée du Quay Branly focust op Haïti en de mythe van de zombie, voorloper van de ‘ondoden’ in de popcultuur en film.Musée du Quai Branly, Parijs, tot 16/2
Arte povera
Terugblik op een Italiaanse stijlrichting, die inzette op de eenvoudigste materialen en in de jaren 60 een grote internationale invloed had.Bourse de commerce, Parijs, tot 20/1
Caillebotte, Peindre les hommes
Gustave Caillebotte leek, in tegenstelling tot tijdgenoten als Manet, Degas en Renoir, vooral geïnteresseerd in de mannelijke kant van de moderniteit.Musée d’Orsay, Parijs, tot 19/1
Chantal Akerman
Het atypische parcours van deze bijzondere cineaste is na Brussel nu ook in Parijs te volgen. Jeu de Paume, Parijs, tot 19/1
Chefs d’oeuvres de la villa Borghèse
Het Parijse museum, gevestigd in een gerestaureerd ‘hôtel-particulier’, heropent met een knaller: met meesterwerken van onder meer Caravaggio, Antonello da Messina en Botticelli uit de villa Borghese in Rome.Musée Jacqmart-André, Parijs, tot 5/1
Figures du fou
Hoe de schaterlach, de grijns en de grimas hun intrede deden in de beeldende kunst. Louvre, Parijs, tot 27/1
Pop forever
Inkijk in de succesvolle stroming van de popart, met focus op het oeuvre van Tom Wesselmann.Fondation Louis Vuitton, Parijs, tot 3/5
Heinz Berggruen
De Duitse kunsthandelaar en verzamelaar bouwde een indrukwekkende collectie met twintigste-eeuwse meesters op. Musée de l’Orangerie, Parijs, tot 27/1
Jackson Pollock: les premières années
Hoe de vroege jaren van Jackson Pollock al zijn fascinatie voor abstractie en zijn beroemde signatuur verraden.Musée Picasso, Parijs, tot 19/1
Matisse, Comment j’ai fait mes livres
Henri Matisse komt weer thuis in zijn vernieuwde museum, net over de Franse grens. De openingstentoonstelling laat zien hoe zorgvuldig en vernieuwend hij met boekillustraties omsprong.Musée Matisse, Le Cateau-Cambrésis, tot 13/4
Eugène Dodeigne
Een reus van de brute beeldhouwkunst krijgt in Roubaix een overzichtstentoonstelling, met een ruime selectie tekeningen en sculpturen. La Piscine, Roubaix, tot 12/1
Exils. Regards d’artiste
Of het nu voor een korte tijd was of voor hun hele leven: ook kunstenaars waren altijd al vertrouwd met een bestaan in ballingschap.Louvre Lens, tot 20/1
Van Gogh, poets and lovers
Hoe Van Goghs beroemde thema’s, zoals dat van de zonnebloemen, telkens anders terugkwamen in zijn schilderijen.National Gallery, Londen, tot 19/1
Monet in London
De Franse impressionist was gefascineerd door de Britse grootstad.The Courtauld, Londen, tot 19/1
Michelangelo, Leonardo, Raphael
Drie grootmeester markeerden de Italiaanse renaissance in Firenze: de rivaliserende Michelangelo en Da Vinci, en de jonge Rafaël die hun invloed onderging. Royal Academy, Londen, tot 16/2
Picasso: printmaker
In zijn lange carrière realiseerde Picasso 2400 werken op papier, in diverse technieken. Het British Museum maakt een keuze uit al zijn periodes. British Museum, Londen, tot 30/3
Barbie
Hoe de barbiepop met haar tijd meeging.Design Museum Londen, tot 23/2
The great mughals
In de bloeiperiode, tussen 1560 en 1660, pakten de islamitische heersers van de Mogoldynastie uit met een grote weelde in kunst en architectuur. V&A, Londen, tot 5/5
Francis Bacon
Hoe Francis Bacon de bakens verzette van het portretgenre.National Portrait Gallery, London, tot 19/1
The 80s:photographing Britain
Met archiefmateriaal en meer dan 300 beelden brengt Tate Britain het Verenigd Koninkrijk onder Margaret Thatcher in kaart. Ze bewijzen dat de jaren 80 over de plas niet altijd prachtig waren. Tate Britain, Londen, tot 5/5
Naomi in fashion
Soloshow rond Naomi Campbell, een supermodel sinds haar zestiende.V&A, Londen, tot 6/4
Fragile beauty
Foto’s uit de collectie van Elton John.V&A, London, tot 5/1
Gerhard Richter, Verborgene Schätze
De alleskunner onder de schilders, met uitsluitend werk uit privéverzamelingen uit de Rijnregio. Kunstpalast, Düsseldorf, tot 2/2
Lars Eidinger, O Mensch
De bekendste acteur van Duitsland ontpopte zich de voorbije jaren ook tot fotograaf.K21, Düsseldorf, tot 26/1
Yoko Ono
Het carrière-overzicht, met focus op Ono’s beeldend werk, komt over van Tate Modern.K20, Düsseldorf, tot 16/3
Grow it, show it!
Hoe alle denkbare types van haardracht opduiken in kunstwerken, foto’s, filmclips en sociale media.Museum Folkwang, Essen, tot 12/1
De Spaanse politie heeft een Spaanse man en een Cubaanse vrouw gearresteerd op verdenking van moord. De “beslissende aanwijzing” vond ze in een foto op Google Street View.
Sinds november 2023 was de Spaanse politie op zoek naar een Cubaanse veertiger. De man verdween in de buurt van het noordoostelijke dorpje Tajueco, sindsdien ontbrak van hem elk spoor. Een beeld dat gemaakt werd voor Google Street View zou de politie volgens Spaanse media nu aan een doorbraak hebben geholpen.
Op de foto is te zien hoe een man iets wat lijkt op een lichaam in een witte zak in de kofferbak van zijn rode auto legt. Speurders vlooiden uit dat er een link was tussen de verdwenen Cubaan en de eigenaar van de wagen, waarop ze besloten zijn telefoongesprekken af te luisteren. Daaruit zou gebleken zijn dat hij een affaire had met een Cubaanse vrouw – de echtgenote van de vermiste Cubaan. Hij zou in november 2023 op bezoek zijn geweest in Tajueco.
De Spaanse politie heeft de man en de vrouw nu gearresteerd op verdenking van moord. Het in stukken gesneden lichaam van het slachtoffer vond ze terug op een kerkhof in Andaluz, op enkele minuten rijden van de plaats waar de foto door Google Street View werd genomen.
Het moment van de opname dateert van twee maanden geleden. Opvallend is dat de wagen van Google Street View al vijftien jaar niet meer door het Spaanse dorpje was gepasseerd. Tijdens de persconferentie woensdag zei de politie dat het beeld de “beslissende aanwijzing” was. Maar er was nog een andere aanwijzing op Street View: volgens Spaanse media liet de fotodienst in een andere straat een persoon zien die een groot wit pakket in een kruiwagen vervoert.
⏳ It’s Thursday, and we’ve got just 3.46% of the year left to go! Issue #232: a muster of peacocks + starting small
I don’t get enough sleep. I bet you don’t either. The NIH helpfully reminds us that lack of sleep is a problem, causing high blood pressure, stroke, obesity, lack of productivity and an increased likelihood of death. If you tend to jolt awake in the middle of the night (like I often do), thinking about these facts doesn’t exactly help you chill out. I was therefore thrilled to learn that there might be something off with the current prescription for seven hours of uninterrupted sleep.
As historian Robert Ekirch writes, sleeping for one uninterrupted interval is simply a function of artificial light and the industrial revolution. Before electricity and factories, segmented sleep — sleeping in two intervals — was all the rage. Benjamin Franklin was a fan: Between “first sleep” and “second sleep” he would get naked, throw open the windows and take cold air baths. The French called the period between the two sleeps “dorveille,” while the English called it “the watch.” Both terms sound ancient and spooky in a cool way, which made me search for other people who embrace this period of sleeplessness. On Medium, Ron Geracidescribes this state as “an odd, placid form of being awake–more aware but less alert…a ripe sentience that allowed clear but limited thought and wanted stillness.”
Reading this helped me reframe what I previously defined as insomnia. Now, when I wake up in the middle of the night, instead of stressing out about NIH factoids, I remind myself I might be conscious in a way that is only available to me in that moment. I allow my mind to wander, to think in a way that still feels sort of like a dream. This has paid off: I have an army of Monarch butterflies in my garden because one night I decided the next day I was going to plant milkweed everywhere (just one example of my more recent dream-like decisions).
There doesn’t seem to be a scientific consensus about whether biphasic sleep is a good thing, but that’s okay. For me, the knowledge that there is more than one way of looking at periods of sleeplessness has made the NIH’s dire warnings less scary, and makes me want to give a shout out to the true sleep rebels, our beloved night owls. While they don’t necessarily have “two sleeps,” they do find themselves hyper-focused in the middle of the night. A self-described night owl, Stefanie Morejon, writes on Medium that her behavior is perhaps evolutionary, essential for human survival. “Somebody,” she writes, “had to stay awake to keep the fires burning, to protect the community and keep the night creatures at bay.”
A watch of nightingales. A muster of peacocks. A murder of crows. These delightfully unexpected collective nouns, or “terms of venery,” date back to a 1486 book about hunting. Most people don’t realize English contains collective nouns for groups of humans, too, e.g. “a promise of bartenders” and “a hastiness of cooks” (!). We really need to start coining more of these. A… draft of Medium writers? That’s not great. Someone should fix that. If you have ideas, let me know. (Jack Shepherd)
Rik Van Looy, de "Keizer van Herentals" overleed op 90 jarige leeftijd. Met 367 overwinningen op de weg moet hij enkel de allergrootste, Eddy Merckx, voor zich dulden. Wij zetten enkele van de grootste momenten uit z'n carrière even op een rij.
Op het WK in Leipzig, in het toenmalige Oost-Duitsland, verslaat de 26-jarige Rik Van Looy de Fransman André Darrigade en ploegmaat Pino Cerami in de sprint op de Sachsenring . Voor Van Looy is het z'n eerste regenboogtrui.
Op het wereldkampioenschap van 1961 in het Zwitserse Bern komt het opnieuw tot een groepssprint. Rik Van Looy versloeg de Italiaan Defillipis en Raymond Poulidor. De streep had geen meter verder moeten liggen want enkele seconden na de sprint klapte de achteras van de fiets van Van Looy door z'n frame. Geluk voor de "Keizer Van Herentals".
In 1962 maakt Rik Van Looy een eerste huzarenstukje klaar. Hij slaagt er als eerste in om de 3 "kasseiklassiekers": Gent-Wevelgem, De Ronde Van Vlaanderen en Parijs-Roubaix in hetzelfde jaar te winnen. Iets wat enkel Tom Boonen hem in 2012 zal na doen. Hij won ook als eerste ooit alle 5 de monumenten: Milaan-Sanremo, De Ronde van Vlaanderen, Parijs Roubaix, Luik-Bastenaken-Luik en De Ronde van Lombardije. Enkel Merckx en Roger De Vlaeminck deden hem dat na.
Het WK in Ronse eindigde in een verwarde massaspurt. De Belgen zouden voor Rik Van Looy, die op zoek was naar zijn derde wereldtitel, rijden. Maar Gilbert Desmet en Benoni Beheyt, die voor een andere merkenploeg reden dan Van Looy, hadden eigen ambities. De 22-jarige Beheyt duwde nog net zijn wiel vóór dat van Van Looy over de streep. Benoni Beheyt zou nadien niet veel plezier beleven aan zijn wereldtitel. Rik Van Looy deed er alles aan om Beheyt te dwarsbomen.
Quantum computing just crossed an extraordinary milestone, and it goes by the name Willow. Google Quantum AI has unveiled this cutting-edge quantum chip that promises not only to redefine the future of computation but also to tackle problems that were previously deemed unsolvable.
Let’s dive into why Willow is a game-changer for technology, science, and society at large.
The Dawn of Exponential Error Reduction
One of quantum computing’s biggest hurdles has always been errors. Unlike classical computers, quantum bits (qubits) are inherently unstable, prone to losing their quantum state due to environmental interference. As you scale up the number of qubits, error rates typically increase, derailing computations.
But Willow changes the game. For the first time in quantum history, Google has demonstrated exponential error reduction as the system scales. Using grids of 3x3, 5x5, and 7x7 encoded qubits, Willow cut error rates by half at every level.
This achievement, known as “below threshold,” has been a holy grail in quantum error correction for nearly 30 years. It’s not just a theoretical win—it’s proof that we can build scalable quantum computers capable of practical applications.
A Universe-Bending Benchmark
How fast is Willow? To measure its power, Google used the Random Circuit Sampling (RCS) benchmark—a gold standard in quantum computing.
The result? Willow completed a computation in under five minutes that would take one of today’s fastest supercomputers a mind-boggling 10 septillion years. Yes, that’s 10,000,000,000,000,000,000,000,000 years, a number that dwarfs the age of the universe.
This kind of performance isn’t just a technical flex—it’s the gateway to solving complex problems in fields like artificial intelligence, material science, and medicine. As Google’s Hartmut Neven puts it, "Willow demonstrates computation that hints at the multiverse—a level of parallelism unattainable by classical systems."
The Magic Behind Willow
So, what makes Willow special? It’s not just the number of qubits (105, for the record). It’s the quality of engineering. Every component—from single-qubit gates to error correction systems—is seamlessly integrated.
Willow was fabricated at Google’s state-of-the-art lab in Santa Barbara, one of the few facilities globally designed for quantum hardware. The chip boasts qubits with lifetimes approaching 100 microseconds, a 5x improvement over its predecessors. This leap ensures longer, more accurate computations—a critical factor for real-world applications.
Why It Matters
Quantum computing holds the promise of solving problems that stump classical systems. Here’s how Willow brings us closer to this future:
Real-Time Error Correction: Willow is one of the first systems to perform real-time error correction on a superconducting quantum system. This means computations remain accurate even as they scale up—a foundational requirement for practical quantum computing.
Commercial Relevance: While benchmarks like RCS prove quantum supremacy, the next step is demonstrating applications that benefit industries. From designing better batteries to optimizing AI models, Willow is paving the way for algorithms that matter in the real world.
Beyond Classical Computing: By achieving “beyond breakeven” performance, where qubits outlast their physical limitations, Willow signals that the quantum advantage is here to stay.
The Road Ahead
What’s next for Willow? Google Quantum AI is laser-focused on achieving the first useful, beyond-classical computation. This means not just solving theoretical problems but also tackling challenges with real-world implications—like simulating complex molecules for drug discovery or designing ultra-efficient energy systems.
Moreover, quantum computing’s synergy with AI is set to revolutionize both fields. Quantum systems can model data, train algorithms, and optimize AI architectures in ways that classical systems simply can’t. This marriage of quantum and AI promises breakthroughs in areas like climate modeling, genome sequencing, and fusion energy.
Join the Quantum Revolution
Willow isn’t just a triumph for Google—it’s a milestone for humanity. Quantum computing, once a sci-fi dream, is becoming an everyday reality. But it’s not a solo journey. Google invites researchers, developers, and enthusiasts to contribute to this quantum leap through open-source software, resources, and courses.
For those eager to dive deeper, Google’s latest Coursera course covers the essentials of quantum error correction, empowering the next wave of innovators to unlock the true potential of quantum systems.
Final Thoughts
In 2012, when Hartmut Neven founded Google Quantum AI, the vision was ambitious: to build a large-scale quantum computer that could solve humanity’s greatest challenges. Today, with Willow, that vision is closer than ever.
From exponentially reducing errors to performing computations beyond the scope of classical machines, Willow is more than just a chip—it’s a glimpse into the future of technology.
As quantum computing scales new heights, the possibilities are infinite. And with Willow leading the charge, the future isn’t just bright—it’s quantum.
Woelige tijden vragen om kritische en betrouwbare journalistiek, die je grondig informeert én ook inspireert. Je krijgt bij ons als eerste het nieuws, en we zeggen ook wat het betekent, zodat je begrijpt wat er op het spel staat. Ontdek de verhalen achter de feiten.
Antwerpen gaat de komende jaren werk maken van verdere vergroening. Met enige prudentie omarmt de stad de 3-30-300-groennorm. “Antwerpen kan een voortrekkersrol spelen”, zegt landschapsarchitect Bas Smets.
Het staat er nog wat voorwaardelijk en met een slag om de arm. Maar de 3-30-300-regel voor meer groen staat wel degelijk in het beleidsplan van de stad Antwerpen. “Waar het haalbaar is”, staat er, en “waar het kan”. Er is ook sprake van “trachten” en “zo veel mogelijk”. Voor een stad die gehecht is aan parkings om auto’s zo dicht mogelijk bij hun bestemming te brengen, is dat een aanzienlijke stap.
Eind 2023 kwam de KU Leuven met een rapport over het 3-30-300-bomenprincipe – bedacht door de Nederlandse professor Cecil Konijnendijk – en sindsdien probeert het Agentschap Natuur en Bos die ideeën warm aan te bevelen. “We reiken de principes aan”, klinkt het daar. “Het is aan de lokale besturen om ze al dan niet over te nemen.” Het gaat om enkele heldere vuistregels. De eerste is dat vanuit elk huis minstens drie goed ontwikkelde bomen zichtbaar moeten zijn. Ten tweede moet in de wijk 30 procent van de oppervlakte uit een bladerdak bestaan. En tot slot moet iedereen binnen de 300 meter toegang hebben tot een park of een groenzone.
Parijs en Barcelona
Op internationale congressen komt landschapsarchitect Bas Smets die groenregels al enkele jaren tegen. Worden ze elders al vaker toegepast? “Je moet niet in termen van landen denken, maar van steden. Progressieve steden als Parijs en Barcelona nemen het voortouw. Het is goed dat een stad het in haar beleid opneemt. Zo kan ze wegen om een klimaatbestendiger buitenruimte te creëren. Een grote stad als Antwerpen kan een voortrekkersrol spelen ten aanzien van kleinere gemeenten.”
Er bestaan intussen veel studies die zeggen dat de nabijheid van bomen goed is voor de mens. “Het zien van bomen maakt ons gezonder”, zegt Smets. “Net als de zee hebben ze een kalmerend effect. Van oudsher zijn we verbonden met bomen. Ze geven ons lucht, voeding en kleding.” Maar de meeste impact verwacht hij van de 30 procent-regel. “De loopafstand naar een park is best niet te groot, maar onze leefwereld bevindt zich niet in een park, wel in onze straat. 30 procent bladerdak is ook makkelijker te realiseren, want het is niet evident om extra parken aan te leggen in dichtbebouwde steden.”
De 30 procent-regel vangt twee vliegen in één klap. “Nu we een paar hete zomers gehad hebben, weten we dat een bladerdak verkoeling kan geven”, zegt Smets. “Als het te warm wordt, zorgen bomen voor een goede luchtkwaliteit. Hoe meer de aarde opwarmt, hoe lastiger dat wordt. We zitten op een scharnierpunt, maar het kan nog. Ieder blad telt. Het helpt om koolstofmonoxide om te zetten in zuurstof. 30 procent is een goede, ambitieuze doelstelling. Met ons bureau hebben we de stad Genk kunnen overtuigen om in het centrum een stadsbos aan te leggen. Daar halen we 27 procent, omdat we nog wat ruimte moesten vrijlaten voor terrassen en voor doorgangen voor hulpdiensten.”
Bodem ontharden
De zones waar 30 procent groen moet komen, lenen zich uitstekend om de bodem te ontharden. “Onder die waterdoorlatende oppervlaktes kun je vervolgens reservoirs aanleggen”, zegt Smets. “Zo kun je het water zo veel mogelijk opslaan waar het neervalt. Dan vloeit niet alles naar hetzelfde lage punt, zoals we bij rampen in Valencia en de Ardennen gezien hebben. Dat hebben we in 2012 een eerste keer gedaan in Tour & Taxis in Brussel: onder die immense grasoppervlaktes zitten grote bekkens. Iets vergelijkbaars deden we in de Antwerpse wijk Nieuw Zuid: al het regenwater dat van de daken komt, vloeit naar wadi’s. Er gaat geen druppel naar de riool.”
De beginselen van 3-30-300 sijpelen hoe langer hoe meer door. “Er wordt nu meer naar geluisterd dan tien jaar geleden. In Antwerpen hadden we voorgesteld om een deel van het Koningin Astridplein te ontharden en er een stadsbos aan te leggen. Die wedstrijd hebben we gewonnen. In Brussel is er nog een grote inhaalbeweging nodig om meer groen in de stad te krijgen. In de Vijfhoek staat amper een boom en zijn er nog veel verharde pleinen. Daar gaan we nu langs de noord-zuidverbinding een aaneenschakeling van groene ruimtes maken.”
Dertien jaar na de ramp in Fukushima kiest Japan met een nieuwe energiestrategie weer voluit voor nucleair. Alleen zo kan het land zijn klimaatdoelen halen én de energiehonger van datacentra en chipfabrieken voeden.
De Japanse regering heeft zijn energiestrategie tot 2040 afgeklopt. De meest opmerkelijke vaststelling daarbij: nucleair is weer helemaal terug. Tegen 2040 moet kernenergie een vijfde van de stroombehoefte van het land dekken. Een commissie die de strategie uitwerkte, beveelt daartoe ook de bouw van nieuwe centrales aan.
Kernenergie was traditioneel een belangrijke poot van de Japanse elektriciteitsopwekking. Het land telde 54 reactoren, die goed waren voor een derde van de elektriciteitsmix. Dat veranderde toen een tsunami op 11 maart 2011 een kernramp veroorzaakte. De overstroming vernielde de koelinstallatie van de centrale van Fukushima, waardoor in de drie actieve reactoren een meltdown plaatsvond: de kernbrandstof smolt en radioactieve straling kwam vrij. Het was na Tsjernobyl de grootste kernramp in de geschiedenis, waarvoor 100.000 mensen geëvacueerd moesten worden. De regering besloot daarop alle nucleaire centrales stil te leggen. Ook voor de Duitse regering was Fukushima het doorslaggevende argument voor een kernuitstap. De Belgische regering had daartoe al in 2003 beslist.
Oorlog in Oekraïne
De Russische inval in Oekraïne deed het energiebeleid in Japan opnieuw kantelen. Met het verdwijnen van nucleaire stroom was het land voor bijna 70 procent weer overgeschakeld op fossiele energiebronnen, vooral steenkool, olie en gas. Japan is daarvoor volledig afhankelijk van import. Zo’n 9 procent van het Japanse LNG was uit Rusland afkomstig. Gevolg was dat nergens in de G7, de groep van rijkste geïndustrialiseerde landen, de energieprijzen de afgelopen jaren zo sterk stegen als in Japan.
Die prijsstijgingen, samen met enkele nipt vermeden black-outs in Tokyo, noopten de Japanse regering in augustus 2022 al tot een U-turn in haar energiebeleid. Premier Kishida kondigde aan de 33 nog operationele reactoren versneld weer op te starten, tot minstens 2030. Vandaag zijn veertien centrales actief die samen 8,5 procent van de stroom opwekken.
Strategische autonomie
De nieuwe energiestrategie blikt verder vooruit. Tegen 2040 wil Japan 40 procent tot 50 procent van zijn energie uit hernieuwbare bronnen halen, en 20 procent uit kernenergie. De kerncentrales verwerven dus ook op de langere termijn weer een vaste plaats in de Japanse energiemix. Daartoe beveelt de commissie ook aan om afgeschakelde centrales te vervangen door nieuwe reactoren van de nieuwe generatie. Ze verwacht dat Japan tegen 2040 tot 20 procent meer stroom zal nodig hebben om aan de vraag van datacentra en geavanceerde industrieën zoals de productie van halfgeleiders te kunnen voldoen.
De commissie acht de nieuwe centrales ook nodig om de klimaatdoelen te halen. Belangrijk argument ten slotte is de strategische autonomie van Japan, aldus de commissie. “Ons land heeft geen onmiddellijk beschikbare brandstoffen, en heeft een uitdagende geografie, met bergen en diepe zeeën, wat de uitbreiding van hernieuwbare energie bemoeilijkt. Onze energievoorziening blijft kwetsbaar.”
Nucleaire renaissance
De Japanse terugkeer naar kernenergie past binnen een bredere nucleaire renaissance in de westerse wereld. Frankrijk en Finland openden in 2023 en 2024 nieuwe centrales, na jarenlange vertraging en buitensporige kostenexplosies, en ook Groot-Brittannië bouwt een nieuwe centrale die tegen 2029 klaar moet zijn. In de VS maakten verschillende techbedrijven plannen bekend om oude centrales opnieuw op te starten (Microsoft en Amazon) of nieuwe te ontwikkelen (Alphabet en Meta). Daarmee willen ze de stroomvoorziening van hun energieslurpende datacentra en AI-ontwikkelingen veiligstellen. De techreuzen kunnen ook de miljarden op tafel leggen die elektriciteitsproducenten uit eigen middelen niet meer in nieuwe nucleaire installaties willen investeren.
Ook in de formateursnota van de onderhandelende Arizona-partijen is sprake van het verder verlengen van de levensduur van de huidige centrales en onderzoek naar de bouw van nieuwe kerncentrales. Engie, de uitbater van de huidige centrales, heeft al meermaals laten weten daar geen partner meer voor te zijn.