‘Last call’ voor de bruine kroeg: “Het bier is te duur en mijn boekhouder is kwaad”
Het is tien uur ’s ochtends. In de bruine kroeg Oud Arsenaal in Antwerpen zitten acht klanten, sommigen drinken koffie, anderen een Westmalle Tripel. Ze praten met elkaar over politiek, lezen de krant of staren gewoon voor zich uit. Een kleine, maar brede hond gromt onheilspellend naar de cafékat, die geen moer geeft om de hondse waarschuwing.
“De bruine kroeg sterft uit. En daar moeten we iets aan doen”, zegt Ben Mouling (49). Hij richtte onlangs een beweging op genaamd ‘Kroegtijgers’ om de bruine kroeg te reanimeren en in veiligheid te brengen. “Blijkbaar was ik niet alleen met mijn zorg”, zegt Mouling. Hij toont zijn gsm, waarop de berichtjes binnenstromen. “Eindelijk zegt iemand het eens”, en “Hopelijk zal er nu iets veranderen”. In een week tijd heeft de Facebookpagina ‘Kroegtijgers – red de bruine kroeg’ al 1.300 likes en bijna 4.000 volgers. De volgers vragen wanneer ze eens samen op café gaan en posten foto’s van hun favoriete bruine kroegen en cafébazen.
Het gaat niet alleen om nostalgie naar vervlogen tijden, zegt Mouling stellig, er staat iets op het spel van groot maatschappelijk belang. “We zijn eenzamer dan vroeger”, zegt hij. “Jullie gazetten staan er vol mee: we zijn veel vaker single, eenzaam, ongelukkig en we weten niet meer hoe we met elkaar moeten praten. Intussen sluit het ene café na het andere, terwijl zulke laagdrempelige plekken om mensen te ontmoeten cruciaal zijn in een buurt. Waar ga je nog je vrienden of je toekomstige lief tegen het lijf lopen? Op je telefoon?”
Een goede psycholoog
Mouling neemt een slok van zijn filterkoffie. De hond gromt nu naar ons, maar de baasjes stellen ons gerust: het is nen brave. Aan de muur hangt een besluitwet uit november 1939 ‘betreffende de beteugeling van de dronkenschap’, de radio zoemt gemoedelijk voort. Mouling: “De Belg heeft de toog nodig. Het bruine café is cultureel erfgoed, maar we lijken amper om te kijken terwijl het langzaam uitsterft. Dat is wellicht deels omdat er nu meer aandacht is voor de schadelijke gevolgen van alcohol. Natuurlijk is roken en drinken slecht voor de fysieke gezondheid. Maar mogen we het ook hebben over de mentale gezondheid? Volgens mij is de cafébaas een goede psycholoog en is met elkaar babbelen achter de toog – met iedereen, niet alleen met gelijkgestemden zoals op sociale media – heilzaam voor de geest.”
Een groeiend aantal jongeren lijkt uitgekeken op uitgaan (DS 30 december 2024). Jongeren keren de klassieke fuif de rug toe, het zachte dekentje wint het van het bierkaartje op de toog. Het Britse blad The Economist doopte gen Z om tot gen zzz. “In 2008 tekende ik in Antwerpen een caféplan uit. Nu, zestien jaar later, zijn er al 180 kroegen verdwenen die toen op het plan stonden”, zegt Mouling. “Met Kroegtijgers wordt het duidelijk dat mensen uit alle hoeken van Vlaanderen opmerken dat cafés en bruine kroegen verdwijnen.”
Op de poef
Gaan we echt minder op café? Geen twijfel mogelijk, klinkt het in café Bornhem. De bruine kroeg in het centrum van Gent heeft nog nooit zo’n slechte september gedraaid als afgelopen jaar. Cafébazin Godelinde Pieters (38) zegt het met gefronste wenkbrauwen vanachter de toog op een dinsdagavond. Het belooft een drukke avond te worden, want Club Brugge speelt tegen Juventus en het café staat bekend als plek om voetbal te kijken. Een man zit al te wachten achter de toog. Hij leest een klein boekje en bestelt “op de poef van Yasmine”.
De pandemie heeft onze toogtrouw onherroepelijk aangetast, vreest de cafébazin, terwijl ze met een schotelvod een verse pint een droog voetje geeft. “Ons beste tijdstip was vroeger tussen middernacht en twee uur. Mensen waren al ‘leutig’ en bestelden nog veel bij. Nu zijn de meesten – behalve de hardcore nachtbrakers –naar huis om middernacht. Ik weet niet waarom. Willen ze fris zijn om naar het werk te gaan? Is de avondklok van corona onbewust een gewoonte geworden?”
We bestellen een pint van 25 centiliter. Drie euro. “Ik schaam me om dat te vragen”, zegt Pieters. “Maar kijk.” Ze houdt haar vlakke hand net onder haar opgestoken kin. “Tot hier staat het water. De huur is duur, de vaten zijn duur en mijn boekhouder is kwaad. ‘Ge moet 3,20 euro vragen!’, zegt hij. Dat is drie keer de aankoopprijs, de aangeraden marge. Maar dat vind ik erover. Ik ben nu al beschaamd.”
De leeftijd van de cafégangers is veranderd, de drinkuren zijn dat ook, maar ook het gedrag van de mensen is anders, zegt Pieters. Rond haar toog kwam het vroeger organisch tot een samenzijn. “Nu praten vreemden niet meer met elkaar. Ze zitten in hun bubbel en praten hoogstens nog met mij.”
Een vriend van 85
Dat vreemden minder met vreemden babbelen, merken ze ook in de Alchemist, een café een beetje verderop aan het Gentse Gravensteen. Al wil een enthousiaste aanwezige graag het tegendeel bewijzen. “Drie jaar geleden verhuisde ik van Waregem naar Gent. Ik kende niemand. Hier leerde ik twee vrienden kennen, een van 65 en een van 85 jaar”, zegt Dries Mortier (32). “Ze hebben al een lang leven geleid, zijn van compleet andere generaties, en toch kunnen we elkaar vinden en komen we elke dinsdag, soms ook woensdag, hier een pint drinken, nu al twee jaar lang. Daar proost ik op.”
Terug in het Oud Arsenaal in Antwerpen is Mouling hoopvol. Als zijn Kroegtijgers groot genoeg worden, hoopt hij, kunnen ze de druk opvoeren om meer steun te krijgen voor al-dan-niet-bruine kroegen. “Vroeger konden we zeggen: ‘Deze kroeg is hier altijd geweest, en zal hier altijd blijven.’ Die zekerheid moeten we terugkrijgen.”
via De Standaard
January 24, 2025 at 01:10PM
No comments:
Post a Comment