Het compromis over de ambtenarenpensioenen kan uit één zin bestaan
Vandaag staken de overheidsvakbonden. De pensioenplannen van de onderhandelaars voor een nieuwe federale regering zinnen hen niet. De staking mag nu al een succes genoemd worden. Alvorens in Brussel een eerste autoband fikt, laat men vanuit de N-VA al weten dat de soep in de lerarenkamer of in de mess van madame Arabelle niet zo heet zal gegeten worden als men ze dreigde op te dienen. De onderhandelingen gaan in de koelkast tot het team van Bart De Wever een zachtere versie neerlegt.
Ik vind het zonde. Hoewel weinigen het zo sterk in hun eigen portefeuille zouden voelen als professoren, ben ik voor een resolute overgang naar een eengemaakt pensioenstelsel. Na De afspraak van donderdag kwam me dat al op veertien e-mails met “nestbevuiler” of “nestbevuiling” te staan, but I shall not be moved. De hoogste pensioenen aftoppen om de lagere te vrijwaren, ik zal dat blijven verdedigen.
Naast veel rechtvaardiger en duurzamer zou een enkel pensioensysteem voor vastbenoemde ambtenaren en andere werknemers ook als voordeel hebben dat mensen die niet content zijn in hun baan sneller van sector switchen. Nu moet je minstens twintig jaar ambtenaar of dertig jaar “gewone” werknemer geweest zijn om te kunnen aanspraak maken op minimale pensioenrechten. Wie na zijn 37ste dus nog switcht van overheid naar privé, spuwt in zijn (m/v/x) eigen portemonnee. Het leidt mee tot een gestolde arbeidsmarkt. Uit onderzoek van UGent@Work blijkt dat amper 18 procent van de Vlaamse werknemers echt tevreden is met zijn baan. Daarmee lijken we het een stuk slechter te doen dan elders. Toch blijven we langer in dezelfde baan.
Dat eengemaakte pensioensysteem zit er dus niet in. Als De Wever het politiek onhaalbaar acht, wie ben ik dan om hem tegen te spreken? (Tussen haakjes: naast een grote pensioenhervorming lijkt ook een grote belastinghervorming ondertussen afgeserveerd. Als het zo verder gaat, ziet de formateur straks “Welkom terug in Vivaldi-land” opduiken op de landingsbaan voor zijn Arizonavliegtuig. Ofwel: de terugkeer naar homeopathische sociaaleconomisch beleid.)
Vervroegd op pensioen
Als een nieuwbouw er niet in zit, laat het compromis dan minstens de afbraak van één koterij bevatten. Namelijk: de gunstige tantièmes. Dat de pensioenen van vastbenoemde ambtenaren een stuk hoger zijn dan die van gewone werknemers, komt omdat ze berekend worden op basis van de laatste tien jaar van de carrière én omdat je daar na een volledige loopbaan 75 procent van krijgt als brutopensioen in plaats van 60 procent als werknemer (behalve als die een partner zonder een redelijk inkomen heeft).
Het maakt dat een ambtenarenpensioen gemiddeld 900 euro netto hoger ligt dan een gewoon werknemerspensioen. Zoals geschreven: ik vind dat niet meer van deze tijd. Maar de tegenargumenten zijn ook niet compleet absurd. Dit hogere pensioen wordt door de vakbonden gezien als “een verworven recht” op basis waarvan je voor een carrière als ambtenaar koos, en een compensatie voor de minder goed uitgebouwde extralegale voordelen – een tweede pensioenpijler op kop – bij de overheid.
Waar ik geen enkel begrip voor heb, is het derde grote pensioenprivilege voor vele vastbenoemde ambtenaren. Die gunstige tantièmes dus. Ofwel: je laat elk loopbaanjaar voor meer dan één meetellen, zodanig dat ook wie met vervroegd pensioen gaat, recht heeft op een volledig, royaal pensioen.
Zo komt een leerkracht al na 41 jaar loopbaan aan een volledig pensioen, tegenover de 45 jaar die een werknemer moet hebben. Voor rijdend personeel van de NMBS is dat door nog gunstiger tantièmes al na 36 jaar en voor militairen op 37,5 jaar. Niet toevallig: zij kunnen al op 55 en 56 jaar met pensioen gaan. En dat met een volwaardig ambtenarenpensioen op zak.
Ook pakweg professoren, de niet-rijdende NMBS’ers, postboden, douaniers, loodsen, luchtverkeersleiders, bedienaars van erediensten, magistraten, ombudsmannen, arrondissementscommissarissen en provinciegouverneurs, we/ze hebben allemaal recht op deze vermenigvuldiging van pensioenrechten waar een nieuwe messias nog iets van kan leren.
Hocus pocus
De tantièmes maken niet alleen dat deze ambtenaren sneller aan volledige pensioenrechten komen, maar ook op jongere leeftijd recht hebben op een vervroegd pensioen. Dit is tegen alle logica in. Er is slechts één geloofwaardige vluchtroute voor de vergrijzingsneeuwbal die onze welvaartsstaat dreigt te verpletteren. Met meer mensen werken en dat iets langer dan nu. Een vermogenswinstbelasting zegt u? Ik ben voor. Maar op basis van doorrekeningen van het Planbureau dicht je daar hoogstens een tiende van het begrotingsgat mee. Daarentegen: telkens als je 1 procent meer mensen aan de slag krijgt dan nu, levert dat, elk jaar opnieuw, afhankelijk van of ze een uitkering komen of niet, 1 à 2 miljard op.
Hoe volstrekt in tegenspraak daarmee dat ik als professor, door die tantièmes, op 64 jaar zou kunnen gaan, met een volledig en zeer hoog pensioen, terwijl iemand anders met dezelfde studies, maar zonder het geluk vastbenoemde ambtenaar te zijn, dat pas op 67 zou kunnen? En dat terwijl zijn (m/v/x) baan mogelijk een stuk meer heeft ingehakt op zijn levenskwaliteit.
Bovendien speelt er door de verschillende tantièmes niet alleen een onrechtvaardigheid tussen vastbenoemde ambtenaren en werknemers, maar ook binnen de ambtenarij. Zo kunnen professoren en magistraten sneller tot een volledig pensioen komen dan vastbenoemde kinderverzorgers. Dat is toch de wereld op zijn kop? En zeer demotiverend voor wie een echt zwaar beroep heeft om wat langer door te gaan.
Vandaar mijn oproep. Als je de pensioenprivileges van de vastbenoemde ambtenaren dan toch beperkt, laten we dan een streep trekken door de hocus pocus van de gunstige tantièmes. Een hoger pensioen, tot daaraan toe, maar daar mag je dan wel een volledige loopbaan voor werken.
via De Standaard
January 13, 2025 at 05:47PM
No comments:
Post a Comment