Silvie Moors richtte in 2011 De Dagen op, een literaire organisatie die schoonheid wilde brengen op kwetsbare plekken. Intussen werkt ze bij Amnesty International Vlaanderen en is ze actief als boekendokter. Ze interviewt schrijvers en organiseert thematische leesclubs. Ze promoot de helende kracht van literatuur door samen te lezen. “Met samen lezen heb ik altijd het gevoel gehad dat ik een deel vorm van de brede welzijnszorg”, zegt Moors.
Hoe omschrijf je jezelf?
Silvie Moors: “Omdat ik een opleiding bij The Reader Organisation heb gevolgd, mag ik me een Shared Reader Practitioner noemen. Klinkt mooi, maar ik vind mezelf meer de literaire maïzena in een groep. Het gaat altijd om verbinden. Als je een leesgroep leidt, is het belangrijk telkens weer verbinding te zoeken met de tekst. Wat staat er nu precies? Jij zei daarnet dit en nu zeg je dat? Het is de kunst om mensen en gedachten met elkaar verbinden. Dat is mijn belangrijkste functie. Mensen naar elkaar doen luisteren. Ik ben de vragensteller en verbinder.”
Hoe divers is je publiek in de loop der jaren geworden?
“Ik ben vanaf dag één de psychiatrie ingestapt. Wat niet werkt is: we maken een mooie flyer en we verwachten dat mensen vanzelf komen. Nee, je moet zelf op zoek gaan naar mensen. Helemaal in het begin werkte ik met mensen in een dagopname. De samen lezen-groep was een plek van vertrouwen. Je moet mensen de kans geven om ergens bij te horen. Een gezin, een vriendengroep, een gemeenschap van lezers. Als je een tijdje helemaal op jezelf bent teruggeworpen, bijvoorbeeld na een verblijf in psychiatrie, hoe bouw je dan weer een leven op? Dan is het belangrijk dat je vertrouwde plekken hebt waar je naartoe kan. Een samen lezen-groep is zo’n plek.
Het taboe op mentale problemen is minder groot geworden. Is er een verband met de opkomst van samen lezen?
“Samen lezen-groepen zullen zichzelf nooit benoemen als een groep kwetsbare mensen met een psychische stoornis. Als je zin hebt om samen te lezen, wees dan welkom: dat is de boodschap. Doordat we moeite doen om mensen uit diverse doelgroepen te laten deelnemen, wordt de groep vanzelf divers en taboedoorbrekend. In de spelregels van de leesgroep staat dat je alles mag zeggen, zodat je best wel heftige gesprekken meemaakt. Je kan niet over literatuur spreken als je afgeremd wordt door taboes.
De laagdrempeligheid zit dus in het lezen zelf?
“Klopt. Die zit niet in de boeken, wel in de manier van samen lezen. Je hoeft niet gestudeerd te hebben om mee te doen. Die insteek zou in het onderwijs ook kunnen helpen om de leescultuur aan te wakkeren. Alles wat je over een boek zegt, is waardevol. Er is geen juist of fout antwoord.”
Waar komt je inspiratie vandaan?
“De Britse The Reader Organisation van Jane Davis heeft me veel geleerd. Tot begin jaren ’10 ging de aandacht vooral naar grote leesbevorderingsacties bij volwassenen en kinderen, zoals de kinderjury of de jeugdboekenweek. Er werd niet gewerkt met vergeten doelgroepen, zoals mensen in de gevangenis, de asielcentra of de psychiatrie. Het is een van mijn drijfveren geweest. Ik wilde mee het verband leggen tussen lezen, literatuur en mentaal welzijn.”
“Via een bevriende psycholoog in Mechelen ontdekte ik de psychiatrie. Hij werkte toen in een eng betonnen gebouw. Ik vroeg me af hoe het mogelijk was dat mensen daar werden opgesloten. Bij heel wat gevangenissen heb ik hetzelfde gevoel. Hoe is het mogelijk dat onze maatschappij gelooft dat mensen op zo’n plekken tot inkeer komen of beter worden? Kunst kan dat structurele probleem uiteraard niet oplossen, maar ik geloof wel dat het helpt om op zo’n plek schoonheid binnen te brengen.”
Je toont dat literatuur voor iedereen werkt.
“Filosoof Alain De Botton zet schrijvers in om onze wereld te begrijpen. Hij bewijst daarmee dat literatuur en filosofie voor iedereen zijn. Dat vind ik ook heel belangrijk. Ik wil de mooiste wereldliteratuur delen met mensen die er niet vanzelf toe komen, omdat ik sterk geloof in de helende kracht van literatuur. Die kracht zit niet alleen in het individuele lezen, maar ook in het groepslezen. In een leesgroep leer je luisteren naar elkaars inzichten en leeservaringen. Je praat met elkaar over hoe personages omgaan met emoties, scheiding, verdriet. Een goeie leesgroep beoogt geen therapie, maar heeft wel een therapeutisch effect.”
Je wil in zo’n leesgroep mensen helpen om hun gevoelens te uiten. Waarom heb je daar literatuur voor nodig?
“Alain de Botton heeft ooit de vier functies van literatuur beschreven. In een roman ontdek je levens die je anders nooit zelf had kunnen leven. Literatuur spaart je dus tijd uit om het leven te leren kennen. Literatuur maakt je ook aangenamer. Als je leest, dan heb je empathie nodig. Je moet je kunnen inleven in al die verschillende personages. Als je veel leest, dan kruip je in de huid van personages. Ten derde geneest literatuur je van eenzaamheid. Als je je herkent in een literair personage, dan heb je het gevoel dat je er niet alleen voor staat. Die ervaring kan je zowel in fictie als in non-fictie hebben. Bijvoorbeeld als je een boek leest over je ziekte of je leest de getuigenis van een lotgenoot.”
“De vierde functie vind ik zelf de mooiste. Literatuur bereidt je voor op falen. Niet elk boek moet mooi zijn. Het belang van literatuur reikt verder dan schoonheid alleen. De beste boeken gaan over klungelen. We proberen te leven. We hebben geen handleiding gekregen om kinderen op te voeden, om ons te handhaven in de liefde. Je vindt troost door boeken te lezen over personages die daarmee worstelen.”
Onze leescultuur staat onder druk.
“De snelheid in onze wereld vormt een bedreiging van de leescultuur. Daarom ben ik blij dat op school het gebruik van de smartphone aan banden wordt gelegd. De snelheid waarmee we leven, ondergraaft de diepgang. Bij een boek moet je rust nemen, aandacht schenken, tussen de lijnen proberen te lezen. Ik ben niet pessimistisch over onze leescultuur, omdat we allemaal van verhalen houden. Iedereen vindt het heerlijk om verhalen te ontdekken, van vrienden op café of, in de les, in een roman. Er is een universele hunker naar verhalen die ons zal blijven binden.”
Vormt lezen voor jou een aspect van gezond zijn?
“Er is veel meer aandacht voor mentaal welzijn. Ik zie ook mensen die op een andere manier mentaal welzijn benaderen, zoals kinder- en jeugdpsychiater Winny Ang. Met haar heb ik tijdens corona De Boekendokter heb opgericht. Haar praktijk heet niet voor niets ‘Het verhaal’. Ze praat met heel wat kinderen en jongeren met een migratieachtergrond in haar praktijk, met wie ze makkelijker kan communiceren aan de hand van prentenboeken. Een ander voorbeeld is hematologe Tessa Kerre (UZ Gent). Zij biedt haar patiënten tien sessies van Het lezerscollectief aan. Ook Dirk De Wachter is een grote pleitbezorger van de literatuur. Medicatie kan helpen, maar hoeft niet de eerste oplossing te zijn bij mentale problemen. Een goed gesprek en een goed boek kunnen ook wonderen verrichten.”
Leesgroepen zijn er altijd wel geweest, maar jouw praktijk van samen lezen benadrukt een andere aanpak. Hoe ervaar je zelf het verschil tussen beide?
“Het grote verschil is dat je bij samen lezen een socratische houding aanneemt. Je basishouding is dat je niets weet. Als lezers aan de leesbegeleider iets vragen, dan weet die evenveel of even weinig als de individuele lezers. Alles wat gezegd wordt is valabel. Het mooie van literatuur is dat het zo open is dat iedereen er zich in kan herkennen, zodat je in staat bent om je gevoelen te uiten.”
“Ik heb ooit op vraag van professor familierecht Frederik Swennen (UAntwerpen) samen met toekomstige advocaten en rechters de roman The Children Act van Ian McEwan gelezen. Je leert het wetboek wel, maar recht is nooit zwart-wit. Daar gaat die roman over.”
Samen lezen vormt een levendig circuit. Hoe verhoudt jouw praktijk zich tot andere initiatieven?
“De Vlaamse initiatieven rond samen lezen hebben een gelijkaardige inspiratie. Heel wat bibliotheken zijn met leesgroepen gestart, op eigen initiatief of via Het Lezerscollectief. Mijn eigen leesgroepen zijn terechtgekomen bij Bond zonder Naam . Er zijn ook leesgroepen in ziekenhuizen, in de psychiatrie en in gevangenissen. Daar kan nog meer gebeuren. Er kan ook meer samenwerking komen tussen literaire organisaties en sociaal-culturele organisaties.”
Er wordt wetenschappelijk onderzoek verricht naar de voordelen van lezen. Heb je zelf onderzoeksresultaten gebruikt als boekendokter?
“Het onderzoek naar het verband tussen lezen en mentaal welzijn bestaat, maar is kleinschalig. Er zijn verrassende interessante kruisbestuivingen, zoals de link tussen recht en literatuur die in heel wat Amerikaanse universiteiten wordt gelegd. Het zou mooi zijn als er een groot Vlaams onderzoek zou komen naar het effect van samen lezen. Er bestaat wel heel wat internationale uitwisseling van good practices, mee gestuurd door The Reader Organisation. Ook Iedereen Leest organiseert congressen.”
Literatuur verbindt. Biedt een roman ook een antwoord op vragen naar zingeving?
“Religie komt van het Latijnse werkwoord religare, verbinden. Lezen is een relatie aangaan met personages die je niet kent. Het toppunt van zingeving is voor mij dat je iets voor een ander kan betekenen. Dat is niet hetzelfde als zelfzorg of je goed voelen in je vel. Het staat ook in contrast met de hedendaagse obsessie met hoe we eruitzien op sociale media. Het gaat erom wie we voor anderen kunnen zijn. En uiteraard moet je ook goed voor jezelf zorgen.
Normaal wordt literatuur ervaren als elitair. Jij gebruikt die ‘moeilijke literatuur’ op een heel andere manier.
“In een therapie stel je dat je mensen kan genezen. Dat is met een leesgroep niet het geval. Ik gebruik literatuur om mensen te verbinden en om samen tot inzichten te komen. Daar heeft geen enkele auteur iets tegen. Zodra een auteur een boek heeft geschreven, is dat boek van iedereen. Je mag het lezen, delen en interpreteren zoals de lezer het wil. Ik leg boeken op tafel, lees voor en laat mensen hun gedachten delen. Auteurs hebben niet liever.”
“Ik ben nooit op zoek gegaan naar boeken of fragmenten die specifiek therapeutisch bedoeld zijn. De beste boeken zijn suggestief. Ze werpen vragen op.”
De vijf favoriete boeken van Silvie Moors
“Er bestaan geen vaste leeslijsten, maar uit ervaring weet ik wel dat sommige teksten een groep altijd aan het praten krijgen. Als ik het kortverhaal ‘Lola’ van Annelies Verbeke lees met een groep, dan is het altijd een succes. Dat ligt aan de tekst zelf. Het wonderlijke is dat elke groep er iets anders uithaalt. Het gedicht ‘Het recht op traagheid’ van Alexis de Roode breekt ook altijd potten in een groep. Maar er zijn zo ontzettend veel goeie boeken dat je eeuwig kan blijven ontdekken.”
“Uiteraard lees ik ook graag wat ‘iedereen leest’, de bestsellers, de feel good-boeken. Maar voor mezelf vind ik het belangrijk om ook ongemakkelijke boeken te lezen. Ze dagen me uit en doen me nadenken over hoe het met de wereld gaat, hoe het met mij gaat.”
Chimamanda Ngozi Adichie, Americanah
“Ik lees van alles. Ik ben me ervan bewust dat ik mijn eigen voorkeuren moet overstijgen als leesbegeleider. Dat is moeilijk, maar het heeft me ertoe aangezet om internationaler te gaan lezen. Daarom staat Americanah van de Nigeriaanse schrijfster Chimamanda Ngozi Adichie op mijn leeslijst. Het is een prachtig verhaal over het zich verscheurd voelen tussen twee culturen. Het hoofdpersonage is opgegroeid in Nigeria en verhuisd naar New York. Hoe wordt er dan naar je gekeken? Wat heb je achtergelaten? Hoe verander je? Adichie heeft heel vaak geschreven over hoe er wordt gekeken naar mensen van kleur, en wat het effect daarvan is bij het opgroeien. Ze heeft ook een krachtig pamflet over feminisme geschreven dat in Denemarken is uitgedeeld aan alle zestienjarigen. Ze geeft fantastische Ted talks. Ze is heel slim. Americanah valt nooit tegen. De meeste mensen die ik het aanraad, willen nadien ander werk van haar lezen.
Korte verhalen van Lydia Davis en Annelies Verbeke
“Ik ben een grote fan van korte verhalen. Daarom hou ik heel erg van de verhalen van Lydia Davis. Het zijn ultrakorte teksten, soms maar een paragraaf lang, waar een heel verhaal in zit. Ik heb haar leren kennen door schrijfster Annelies Verbeke die al jaren een voorvechtster is van het korte verhaal. Het is een ondergewaardeerd genre. Uiteraard moet ik dan ook de verhalenbundels van Annelies Verbeeke zelf aanprijzen. Je kan ze lezen als een roman omdat die verhalen allemaal samenhangen.”
“Aan de verhalen van Lydia Davis zit altijd een pijnlijk kantje. Ze snijden. De verhalen van Annelies Verbeke hebben die kwaliteit ook. Het ongemakkelijke gevoel triggert iets, het zet je aan het denken. Voor mij is het mooiste verhaal van Lydia Davis ‘Verboden onderwerpen’, waarin ze beschrijft waar een man en een vrouw het niet over mogen hebben.”
Roger Van de Velde, De knetterende schedels / Jacqueline Roy, De dikke dame zingt
“Dat is een overdonderende tekst over zijn ervaringen in de gevangenis. Journalist Van de Velde had in de jaren zestig een zware middelenverslaving en hij werd meermaals geïnterneerd. De dikke dame zingt van Jacqueline Roy gaat over hetzelfde thema. Roy schrijft over de rol van kleur en klasse in de geestelijke gezondheidszorg. Schitterend boek. De personages zijn zo anders dan wie ik ben, en roepen zoveel vragen op. Mensen in de psychiatrie worden vaak gek genoemd. Maar ik heb ik die wereld al vele prachtige ontmoetingen gehad met mensen die me hebben geleerd wat er in het leven echt waardevol is.”
Ahmet Altan, Ik zal de wereld nooit meer zien. Aantekeningen uit de gevangenis
“De Koerdische journalist Ahmet Altan en zijn broer Mehmet werden gearresteerd in de nasleep van de mislukte staatsgreep in Turkije in 2016. Ahmet werd veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf – intussen is hij weer vrij, onder andere door acties van Pen en Amnesty International. In zijn boek beschrijft hij hoe literatuur en verhalen hem hebben getroost. Het boek is een grote ode aan de kracht van schoonheid. Hoe je op zo’n lelijke plek als een gevangenis, waar je vernederd wordt, literatuur en verhalen je kunnen redden.
Paul Lynch, Het lied van de profeet
“Deze roman is een dystopie, een verzonnen verhaal waarin een negatief beeld van de toekomst wordt geschetst. Een man wordt opgepakt. Het verhaal wordt verteld door zijn vrouw die hun gezin probeert samen te houden. Er zijn vandaag veel mensen die hun gezin proberen samen te houden in akelige omstandigheden, of het nu in Afghanistan is of Oekraïne. Ik werk op dit moment voor Amnesty International, en ik vond dat in Lied van de profeet heel goed wordt geschreven waarom we dat werk moeten doen: om op te komen voor een betere wereld. Dat is ook de rode draad geweest in mijn leesgroepcarrière: hoopvol blijven. Het goede in de mens primeert. Daar kan literatuur toe bijdragen.”
>> https://www.facebook.com/deboekendokter/